zaterdag 16 september 2023 - Feit, mening of argument

Feit, mening of argument
NN Cursus 1 Meer dan lezen §3 

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary EducationAge 13

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Feit, mening of argument
NN Cursus 1 Meer dan lezen §3 

Slide 1 - Slide

Wat is een mening?

Slide 2 - Open question

Hoe weet ik dat iets een feit is?

Slide 3 - Open question

We bespreken feit, mening en argument
- in je boek op blz 26
- wat is een feit, een mening, een argument?
- oefening; kun je herkennen wat een mening, feit en argument is.

Slide 4 - Slide

Feit
  • Je kunt controleren of het waar of onwaar is.
  • Vb: Trinity college is in Dublin - waar (je kunt het controleren)
  • Vb: In Wicklow Town wonen 1.000 mensen - onwaar (dit kun je controleren)  

Slide 5 - Slide

Mening
  • Iets wat je ergens van vindt. 
  • Je kunt het ermee eens zijn of oneens.
  • signaalwoorden die gebruikt worden: Ik vind..., volgens mij..., lijkt me/mij..., daarom..., 
  • Vb: Ik vind koken leuk om te doen.

Slide 6 - Slide

Argument
  • De reden waarom je een bepaalde mening hebt, dus waarom je iets vindt.
  • Signaalwoorden: ik vind...,omdat of ik ben het hier niet mee eens, want... (namelijk en immers zijn wat minder bekend)

Slide 7 - Slide

Kies uit: feit of mening
Kies bij de volgende zinnen uit; is het een feit of een mening 
(denk aan de uitleg)

Slide 8 - Slide

Schaatser Thomas Krol werd in maart 2022 in het Noorse Hamar wereldkampioen op de sprint
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quiz

Dat ons land bij elk voetbalkampioenschap oranje kleurt, vind ik afschuwelijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quiz

De rotonde vlak bij onze school kan beter omgebouwd worden tot een kruispunt met stoplichten
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

De meeste leerlingen vinden het boek De brief aan de koning van Tonke Dragt het beste jeugdboek aller tijden.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Kikkervisjes groeien in ongeveer 8 weken uit tot kikkers
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Lees de bovenstaande tekst over voetbalgeweld

Slide 14 - Slide

Wat is jouw mening over voetbalgeweld?

Bedenk ook een argument waarom je dit vindt.

Slide 15 - Slide

Dit vind ik van voetbalgeweld
(mening + argument)

Slide 16 - Open question

Cursus 5 §5 Werkwoordelijk gezegde (blz 215)
  • Alle werkwoorden in de zin die zeggen wat het onderwerp doet.  
  • werkwoordelijke gezegde - afkorting wg

Voorbeeld: 
Mijn moeder heeft twee afspraken gemaakt.
De bladeren zijn door de wind weggewaaid.

Slide 17 - Slide

Wat was het ng ook alweer?

Slide 18 - Slide

De leeuw schijnt gevaarlijk te zijn.
Wat is het ng?

Slide 19 - Open question

Peter is piloot geworden.
Wat is het ng?

Slide 20 - Open question

Een orkaan heeft de kust van die eilandengroep verwoest.
Is er een ng of een wg? en wat is het?

Slide 21 - Open question

We sluiten af!
  • Huiswerkplanning staat online. 
  • Lees minstens 3 hoofdstukken in je boek, deze week
  • Succes deze week! 

Slide 22 - Slide