2.7 ZN en LW 1F

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BESTAL!

Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

Lesplanning

• Terugblik en weektaak 47
• Lezen in leesboek 
• Tafelgroepsopdracht 
• Zelfstandig werken
• Vooruitblik  

Lees in je leesboek. 

Boek vergeten?

Lees dan een stukje fictie of gedicht

uit het leerwerkboek.

         Tafelgroepsopdracht 

Categoriseren:

• Op basis van zekere criteria  (kenmerken) in groepen indelen.
• Synoniemen: groeperen, indelen, ordenen, rangschikken. 

1. Categoriseer de woorden in de                 envelop in groepen. 

2. Bedenk voor elke categorie een 

     titel (deelonderwerp).

3. Bedenk tot slot een titel voor alle            groepen (onderwerp). 

woord

         Tafelgroepsopdracht 

1. Categoriseer de woorden in de                 envelop in groepen. 

2. Bedenk voor elke categorie een 

     titel (deelonderwerp).

3. Bedenk tot slot een titel voor alle            groepen (onderwerp). 

woord

Kortom: 

• Maak in totaal zes categorieën. 
• Elke categorie bestaat uit vier woorden.
•  Schrijf de titels op de witte strookjes.

Mensen

de moeder

een docent 

het broertje

Rosalie

Dieren

een hond

de pony

kippen

het schaap

Planten

de cactus

vlinderstruik

de brandnetel

waterlelies

Dingen

een tafel

autootje

speelgoed

zonnebril

Begrippen

een idee

verliefdheid

de concentratie

het klimaat

Eigennamen

Nike

Groningen

Shell

het Forum

Mensen

de moeder

een docent

het broertje

Rosalie

Mensen

de moeder

een docent 

het broertje

Rosalie

Dieren

een hond

de pony

kippen

het schaap

Planten

de cactus

vlinderstruik

de brandnetel

waterlelies

Dingen

een tafel

autootje

speelgoed

zonnebril

Begrippen

een idee

verliefdheid

de concentratie

het klimaat

Eigennamen

Nike

Groningen

Shell

het Forum

Mensen

de moeder

een docent

het broertje

Rosalie

ZELFSTANDIG NAAMWOORDEN               ZN

concreet zelfstandig naamwoord

Je kunt het aanraken; het is tastbaar

abstract zelfstandig naamwoord

Je kunt het niet aanraken; het is niet-tastbaar.

Een uniek persoon, plaatst, instelling, merk of historische gebeurtenis.

2.7 zelfstandig naamwoord (ZN)

2.7 werkwoord (WW) 

Een werkwoord drukt vaak een handeling uit. Die ww zijn 'doe-woorden'. 

praten, fietsen, dansen, zwaaien etc.

Andere werkwoorden drukken een situatie of een gebeurtenis uit.

vallen, struikelen, schikken, regenen, sneeuwen etc.

Werkwoorden kun je vervoegen.  De vorm kan veranderen (tijd, enkv.-meerv.)

Het hele werkwoord wordt ook wel 'infinitief' genoemd.

2.7 lidwoord (LW)

Lidwoorden staan altijd voor een zelfstandig naamwoord! 

- Een is een onbepaald lidwoord.

- De en het zijn bepaalde lidwoorden.

2.7 Totaalopdracht,   blz. 119

1. Maak voor jezelf opdracht 18 (a t/m f)

2.7 Totaalopdracht,   blz. 119

2.7 Totaalopdracht,   blz. 119

0 - 3 fout: maak de instapopdracht van 2.7

                      en drie opdrachten naar keuze

3 - 6 fout: maak de instapopdracht van 2.7

                      en vijf opdrachten naar keuze

meer dan 6 fout? Maak de opdrachten volgens de takenklapper.

www.exitticket.nl