Gevolgen van inflatie

Gevolgen van inflatie
§4.5
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gevolgen van inflatie
§4.5

Slide 1 - Slide

Mededelingen
  • Praktische opdracht inleveren 04-02-2021
  • Schrijf je in bij mijn keuzeuren! 
  • Les over beleggen na deze lockdown. Inschrijfformulier volgt. 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na deze les kan je 5 gevolgen opnoemen van inflatie 


 

Slide 3 - Slide

Programma
Introductie (5 min)
Huiswerk nakijken (5 min)
Uitleg gevolgen van inflatie (15 min)
Zelfstandig opdrachten maken (15 min)

Slide 4 - Slide

In 2020 was een blikje cola bij de AH €0,65. In 2021 is de prijs omhoog gegaan naar €0,67. Wat is het indexcijfer van dit artikel?
A
4
B
98
C
103
D
104

Slide 5 - Quiz

Berekening
Nieuw : oud x 100 = indexcijfer

0,67 : 0,65 x 100 = 103,08 

Slide 6 - Slide

Noem een aantal oorzaken van inflatie

Slide 7 - Open question

Oorzaken inflatie
  • Vraag stijgt en aanbod daalt of blijft gelijk
  • Bestedingsinflatie
  • Kosteninflatie
  • Stijgende importprijzen
  • Hogere belastingen van de overheid

Slide 8 - Slide

Gevolgen van inflatie
Er zijn voor- en nadelen aan het stijgen van prijzen in een land.


Slide 9 - Slide

4.5 gevolgen van inflatie
Voordelen van inflatie:
  • de waarde van je schuld wordt minder
  • internationale concurrentiepositie wordt beter

Slide 10 - Slide

Schulden worden kleiner
Stel dat je €1000 leent van je ouders voor je rijbewijs. Je betaalt de €1000 over 10 jaar terug.

Na tien jaar kost een rijbewijs geen €1000 , maar €1400. Jouw €1000 is dus minder waard geworden. (Je kunt er minder van kopen)

Het is voor jou dus makkelijker om jouw schuld in de toekomst in een keer af te betalen




Slide 11 - Slide

Concurrentiepositie verbetert
Als de inflatie in een ander land hoger is dan in Nederland zullen mensen eerder Nederlandse producten kopen dan producten uit dat land.

Dit is beter voor Nederlandse bedrijven. We zeggen dan:"de concurrentiepositie verbetert".

Slide 12 - Slide

Voor wie zijn de gevolgen van een hoge inflatie in Nederland positief?
A
concurrentiepositie van NL
B
mensen met schulden
C
Buitenland
D
spaarders

Slide 13 - Quiz

4.5 gevolgen van inflatie
Nadelen van inflatie:
  • koopkracht daalt
  • Spaargeld wordt minder waard
  • Ondernemersrisico wordt groter

Slide 14 - Slide

Koopkracht daalt
Doordat prijzen hoger worden en jij hetzelfde loon krijgt daalt jouw koopkracht.

Je kunt minder kopen met hetzelfde geld!

Slide 15 - Slide

Spaargeld wordt minder waard
Als je nu €1000 op de bank zet dan kan je na een tijdje minder kopen dan dat je het nu zou uitgeven.

Maarrrr...  (!!!)

als je rente krijgt dan wordt jouw spaargeld weer méér waard.

Maarrrr... Helaas is de spaarrente nu 0,0 %. 



Slide 16 - Slide

Spaargeld wordt minder waard
Je wilt over een jaar een rijbewijs kopen dat nu €1000 kost
Gegevens CBS:
inflatie (CPI) = 1,5%
Rente sparen = 3%

Je zet €1000 voor 1 jaar op de bank. Je spaargeld is dan €1030 geworden. 
Het rijbewijs was € 1000 en is na een jaar €1015 geworden

Je kunt ook zeggen mijn koopkracht is toegenomen met 3%-1,5% = 1,5%

Slide 17 - Slide

Ondernemersrisico wordt groter
Als ik de prijzen stijgen zal ik niet snel een onderneming starten. 

  • Wat zou er gebeuren als de huur van mijn pand ineens heel erg gaan stijgen?
  • Wat zou er gebeuren als mijn leveranciers de prijs ineens heel erg omhoog doen?
  • Wat zou er gebeuren als...?

Dit soort vragen maakt mensen onzeker en zullen eerder kiezen voor een baan in loondienst met meer zekerheid. Dit is slecht voor onze welvaart.

Slide 18 - Slide

Voor wie zijn de gevolgen van een hoge inflatie in Nederland negatief?
A
concurrentiepositie van NL
B
mensen met schulden
C
Buitenland
D
spaarders

Slide 19 - Quiz

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 t/m 5   blz. 138
Hoe: lees eerst de leertekst voordat je met de vragen begint
Hulp: Overleggen en vragenstellen is toegestaan
Tijd: 15 min
Resultaat: zelfstandig nakijken
Klaar? Maak 6 t/m 9  (huiswerk)

Slide 20 - Slide