pH berekeningen PW3 (les 2)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4,5

Lesoverzicht

1. Tussentoets 25 Maart (geen pH berekeningen)

2. Herhaling: Zuren en rekenen met pH (Les 1) 

3. Opgave 23 en 24 maken en bespreken 

4. Basen en rekenen met pH 

5. Opgave 25 en 26 maken en bespreken

de pH...

1. is hoog in een zure oplossing
2. is hoog in een basische oplossing
3. is <7 in een zure oplossing
4. is >7 bij een zure oplossing

Ammonia heeft een pH van 11
Regenwater heeft een pH van 5
Wat is waar?

1. Ze zijn allebei zuur
2. Ze zijn allebei basisch
3. Ammonia is zuur, regenwater is basisch
4. Ammonia is basisch, regenwater is zuur

Een oplossing met een pH van 5,4 wordt verdund. Hoe verandert de pH?

1. De pH blijft hetzelfde
2. De pH wordt kleiner
3. De pH wordt groter

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

Een ammonia-oplossing met een pH van 11 verdun je 100x.
Wat is de nieuwe pH?

1. 9
2. 10
3. 12
4. 13

Bereken de pH van een zwavelzuuroplossing (0,370 M)

Bereken de concentratie van een zoutzuur oplossing als de pH 2,73 is.

pH rekenen bij zuren

• De pH van een zure oplossing is afhankelijk van de concentratie       H₃O⁺  ionen, [H₃O⁺].
• Logaritmische schaal
• Formules in Binas 38A 

pH = -log[H₃O⁺]

[H₃O⁺]=10^-pH

Significantie

• Bij logaritmische berekeningen (pH rekenen) gaat significantie net iets anders.
  

• Aantal significante cijfers van de concentratie is gelijk aan de aantal  decimalen van de pH
  

pH rekenen bij basen

• De pH van een basische oplossing is afhankelijk van de concentratie OH- ionen, [OH^-].
• We gebruiken hierbij de pOH als tussenstap. 
• pH + pOH = 14,00 (leer deze formule uit je hoofd!)
• Formules in Binas 38A:

Voorbeeld 1

De pH van ammonia is 11,5. Bereken [OH-].

Voorbeeld 1

De pH van ammonia is 11,5. Bereken [OH-].

Antwoord:

pH + pOH = 14,00

pOH = 14,00 - pH = 14,00 - 11,5 = 2,5

[OH-]=10-pOH = 10-2,5 = 3*10-3 M

(pH heeft 1 decimaal, dus [OH-] geven in 1 sig. cijfer)

Voorbeeld 2

Bereken de pH van een natronloogoplossing als de concentratie 0,60 mol/L is. 

Voorbeeld 2

Bereken de pH van een natronloogoplossing als de concentratie 0,60 mol/L is. 

pOH = - log [0,60] = 0,22 

pH = 14 - pOH = 14 - 0,22 = 13,78 

Aan de slag (20 min)

Maak opgaven 25 en 26. 

Daarna samen nakijken en bespreken.