Landschappen

Paragraaf 1 en 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 en 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Zelf paragraaf 1 en 2 kennen voor de toets.
Zelf klaar zijn om donderdag po af te ronden.

Slide 2 - Slide

Programma
Herhaling paragraaf 1 en 2
Verder met PO

Slide 3 - Slide

Geologische tijdschaal

Slide 4 - Slide

 IJstijden in Pleistoceen
 Twee belangrijkste ijstijden
- Saalien(200.000 - 126.000)

- Weichselien(116.000 - 10.000)

Slide 5 - Slide

Wat is een gletsjer?
A
een ijsmassa die over het land schuift
B
een ijsberg
C
een ijsje
D
schaatsbaan

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Vlechtende rivier met puinwaaier

Slide 8 - Slide

Tot waar kwam het ijs in de Saalien ijstijd
A
Den Helder, Leeuwarden, Groningen
B
Haarlem, Utrecht, Nijmegen
C
Vlissingen, Breda, Venlo

Slide 9 - Quiz

Welke begrippen horen bij de juiste omschrijvingen? 
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.
Warmere periode tussen twee ijstijden in. Heet ook tussenijstijd.
Laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst.
Een grote ijsmassa dat zich verplaatst als een langzaam stromende rivier.
ijstijd
landijs
interglaciaal
gletsjer

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke stelling is juist?

I: Keileemkoppen zijn door landijs opgeperste heuvels van keileem.
II: Keileemkoppen zijn groter en hoger dan stuwwallen.


A
I: juist II: juist
B
I: onjuist II: juist
C
I: juist II: onjuist
D
I: onjuist II: onjuist

Slide 13 - Quiz

Leg uit waarom de vlechtende rivieren in het Pleistoceen droog vielen in de winter.

Slide 14 - Open question

Pleistoceen -> Holoceen
11.700 jaar geleden

Slide 15 - Slide

Waarom stijgt de zeespiegel?
Absolute zeespiegelstijging             Relatieve zeespiegelstijging

Slide 16 - Slide

Overzicht veen
Basisveen -> ontstaan de transgressie en het grondwaterpeil dat steeg waardoor veel gebieden drassig werden.
 (tot 3850 v.Chr)

Holland Veen -> 
Door regressie van de kust kwam er verlanding.
 (vanaf 3850 v.Chr)

Oude zee klei -> Door getij achter de strandwallen kon er achter de duinen de klei deeltjes zinken. (vanaf 3850 v.Chr)

Jonge zeeklei -> Door overstromingen van de kust na 
800 n.Chr

Slide 17 - Slide

Wat is geen reden dat de relatieve zeespiegel bij Nederland steeg na de laatste ijstijd?
A
Het landijs in Scandinavië smolt
B
Rivieren brachten meer smeltwater
C
De bodem in Nederland daalde
D
Het regende veel meer

Slide 18 - Quiz

Leg uit waarom de bodem in Nederland daalt.

Slide 19 - Open question

Waar bestaat veen (vooral) uit?
A
Onverteerde plantenresten
B
Oude zeeklei
C
Materiaal dat bij overstromingen is neergelegd
D
Zand uit de rivieren

Slide 20 - Quiz

Hoe is jonge zeeklei ontstaan?

Slide 21 - Open question

Verder met PO

Slide 22 - Slide

PO
Booring hoeft niet
Wat moet  wel?
- Kaart met waar je jou landschap kan vinden
- Een omschrijving van het ontstaan van de landschappen en de ouderdom van het landschap. Bij deze omschrijvingen moet je per landschap minimaal twee begrippen uit het (basis)boek gebruiken.
- Per landschap een beschrijving van hoe het gebied er 10.000 jaar geleden heeft uitgezien en hoe je verwacht dat het gebied er over 100 jaar uitziet. Uiteraard mag je in plaats van een omschrijving ook een tekening of schets maken en deze toevoegen aan je storymap.
- Per landschap minimaal drie screenshots van google streetview (dus geen gegoogelde foto!). Voeg ook de locatie toe van de screenshots. Je maakt drie verschillende screenshots met daarbij een korte omschrijving:
1. Screenshot dat een kenmerkend element van dit landschap laat zien.
2. Screenshot dat laat zien op welke manier mensen gebruik maken van dit gebied.
3. Screenshot met een element waarvan jullie vinden dat het eigenlijk niet thuis hoort in dit landschap (en omschrijf uiteraard waarom jullie dat vinden). 









Slide 23 - Slide