4.3A Crisis in de wereld

Crisis in de wereld
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Crisis in de wereld

Slide 1 - Slide

Herhalen
We gaan zo eerst wat doelen van de vorige lessen herhalen.

Slide 2 - Slide

In welk jaar begon de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1915
C
1918
D
1940

Slide 3 - Quiz

Welke landen waren in 1914 de Centralen?
A
Duitsland, Italie en Oostenrijk-Hongarije
B
Frankrijk, Rusland en Engeland
C
Duitsland, Engeland en Nederland
D
Italie, de VS en Rusland

Slide 4 - Quiz

Wat was de rol van Nederland tijdens de oorlog?
A
Vochten met de Duitsers mee
B
Nederland was neutraal
C
Vochten met de Fransen mee
D
Eerst neutraal, later hielpen we de Belgen

Slide 5 - Quiz

In welk jaar werd er een wapenstilstand gesloten?
A
1916
B
1917
C
1918
D
1919

Slide 6 - Quiz

Wapenstilstand
In 1918 gaven de Duitsers zich onvoorwaardelijk over.
Dat wil zeggen dat ze niet mee mochten praten tijdens de vredesbesprekingen.

Slide 7 - Slide

Wapenstilstand
De Duitse soldaten waren teleurgesteld in hun regering. 
Het Duitse leger hield nog steeds stand tegen een grote overmacht. Toch gaf de regering zich over. 
Op de kaart zie je de frontlinie in 1918. De Duitsers hebben dan nog steeds grote delen van Belgie en Noord-Frankrijk in handen. 

Slide 8 - Slide

Vrede van Versailles
In 1919 beslisten de overwinnaars: de VS, Engeland, Frankrijk en Italie over het lot van de verliezers. 
Frankrijk wilde Duitsland heel zwaar straffen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Vrede van Versailles
1. Duitsland kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog.    2. Duitsland moest grondgebied en kolonien afstaan.
3. Duitsland mocht geen soldaten hebben aan de grens met Frankrijk.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vrede van Versailles
4. Het Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 man met lichte wapens.
5. Duitsland moest herstelbetalingen doen aan Frankrijk en Engeland.
Duitsland werd hard gestraft door de overwinnaars. Ze verloren veel steenkool, fabrieken, grond en moesten veel goud betalen aan Frankrijk en Engeland.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Keizer Wilhelm II
De Duitse keizer was bang om vervolgd te worden.
Hij vluchtte naar het neutrale Nederland. Hij overleed in 1941 in Doorn. 

Slide 15 - Slide

In welk jaar werd de Vrede van Versailles getekend?
A
1918
B
1919
C
1920
D
1921

Slide 16 - Quiz

Wat is geen punt uit de vrede van Versailles?
A
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog
B
Duitsland moest herstelbetalingen doen
C
Duitsland mocht de kolonien houden
D
Duitsland moest grondgebied afstaan

Slide 17 - Quiz

Hoe liep het af met de Duitse keizer Wilhelm II?
A
Hij mocht keizer van Duitsland blijven
B
Hij werd vermoord door een Britse spion
C
Hij werd opgesloten na de vrede van Versailles
D
Hij vluchtte naar het neutrale Nederland

Slide 18 - Quiz

Door de vrede van Versailles ziet de kaart van Europa er heel anders uit. Er ontstaan nieuwe landen zoals Polen, Tsjechoslowakije en Joegoslavie. 

Slide 19 - Slide

Herstelbetalingen
De herstelbetalingen waren voor Duitsland niet op te brengen. Het bedrag was veel te hoog. 
De Fransen vielen daarom het Duitse Ruhrgebied binnen om zelf de betalingen op te halen.
Een Franse soldaat stuurt een Duitse burger weg.

Slide 20 - Slide

Dawesplan
De Amerikanen gaan Europa helpen. Ze lenen in 1924 Duitsland geld om de economie op te bouwen en zodat ze Frankrijk kunnen betalen. Dit hielp Duitsland er weer een beetje bovenop.

Slide 21 - Slide

Even gaat het goed
Tussen 1924 en 1929 bloeit de economie in Europa weer op. Berlijn wordt een bruisende stad.
Berlijn werd de stad voor dans en cabaret
Berlijn bloeide op na 1924

Slide 22 - Slide

Crisis in Amerika
Even lijkt het beter te  gaan met Duitsland. Maar in 1929 komt Amerika in een economische crisis. Dit zorgde er ook voor dat Duitsland in de problemen komt.

Hier gaan we na de vakantie mee verder!
De economische crisis trof rijke en arme mensen

Slide 23 - Slide

Aan de slag
BK: Lezen tekst (p.100) + maken opdracht 1 t/m 4 (p.101)

KGT: Lezen kopje 'Verslagen en vernederd' + 'Even gaat het beter' (tb p.66) + maken 1 t/m 4 (wb p.70) 

Slide 24 - Slide

Dit was het voor deze week

Slide 25 - Slide