laag/negatief zelfbeeld workshop

Wat hebben deze celebrities met elkaar gemeen?


Klik voor het antwoord:
      
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Wat hebben deze celebrities met elkaar gemeen?


Klik voor het antwoord:
      

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


LAAG/NEGATIEF ZELFBEELD
 

door:
 Monique Barmentloo
Mathilde van Dorp
& Felix Huisken
Welkom bij deze 'flipping the classroom' les over:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een laag/negatief zelfbeeld?
Klik voor uitleg: 

Slide 3 - Slide

Iedereen heeft een bepaald beeld van zichzelf. Dit staat los van de realiteit. Het zelfbeeld is een verzameling van overtuigingen, gedachten en oordelen die je over jezelf hebt. Als het beeld dat je van jezelf hebt niet positief is, dus je jezelf minder dan anderen vindt, noemen we dit een laag/negatief zelfbeeld.
Je vindt het dan moeilijk goede eigenschappen van jezelf te zien en legt de nadruk op wat je allemaal niet bent en wat je niet kunt. Je haalt jezelf continue naar beneden. Dit kan gevoelens van angst, boosheid, frustratie en verdriet oproepen dat kan onder andere leiden tot depressie, faalangst, sociale angst en eetproblemen.
De invloed van social media draagt ook niet bij om dit leerproces positief te beïnvloeden.

Mogelijke oorzaken voor een 
laag/negatief zelfbeeld

* Gebrek aan waardering en veiligheid (hechting) vanaf vroege jeugd
* Kritische en/of autoritaire verzorgers die negatief in het leven staan
* Traumatische ervaringen
* Social media kan de negativiteit nog meer bevestigen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Welk gedrag zie je bij iemand met een laag/negatief zelfbeeld?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het omgaan met studenten met een laag/negatief zelfbeeld kan een uitdaging zijn, maar er zijn verschillende manieren waarop je als docent of begeleider deze studenten kunt ondersteunen en hun zelfvertrouwen kunt helpen opbouwen.

Het CAR model (zelfdeterminatietheorie) is hierin heel bruikbaar en bespreken we in de volgende slides.






Wat kun je doen als docent?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Competentie: Dit verwijst naar de behoefte van studenten om zich bekwaam en capabel te voelen in wat ze doen. Als docent kun je competentie stimuleren door haalbare doelen te stellen, feedback te geven die gericht is op groei in leerproces (niet op de persoon zelf) en succeservaringen te creëren. 

Moedig studenten met een laag/negatief zelfbeeld extra aan om uitdagingen aan te gaan en hun vaardigheden te ontwikkelen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Autonomie: Dit verwijst naar de behoefte van studenten om keuzes te maken en controle te hebben over hun eigen leven. Als docent kun je autonomie bevorderen door studenten keuzemogelijkheden te bieden, zoals het kiezen van onderwerpen voor projecten of opdrachten.

Evalueer samen met de student met een laag/negatief zelfbeeld dit werkproces en benoem dat hij/zij dit op eigen kracht heeft gedaan, ondanks dat het moeilijk was.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Relatie: Dit verwijst naar de behoefte van studenten om zich verbonden te voelen met anderen. Als docent kun je dit bevorderen door een ondersteunende, inclusieve en veilige leeromgeving te creëren. 

Moedig vooral bij studenten met een laag/negatief zelfbeeld aan om te samenwerken, stimuleer positieve relaties tussen studenten en bied mogelijkheden voor sociale interactie.









Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Actief hiermee aan de slag als docent?
Je hoort het in onze workshop op 27 juni!
Klik:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions