2.2 Eigendomsrechten, transactiekosten en instituties

Planning
- Bespreken huiswerk
- Uitleg §2.2
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
- Bespreken huiswerk
- Uitleg §2.2
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 1 - Slide

Antwoorden! 
  1. Er moet een wederzijds voordeel zijn en de transactiekosten mogen niet hoger zijn dan het voordeel.
  2. Transactiekosten. Bas woont veel verder weg, dat is onhandig. De transactiekosten kunnen zo hoog zijn, dat een ruil met Pauline beter is.
  3. a) Op het namaken van bouwsteentjes die door het systeem van holle buisjes tegelijkertijd op elkaar vastgeklikt kunnen worden en weer van elkaar worden afgehaald.
        b) LEGO verdient veel geld waarmee ze haar product verder heeft kunnen ontwikkelen.
        c) Door LEGO kunnen andere aanbieders moeilijk tot de markt voor speelgoed doordringen.            Het aanbod van verschillend speelgoed blijft hierdoor beperkt

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Stel dat jij een echte versie van een schilderij hebt en iemand anders een neppe versie, hoe kun jij bewijzen dat jij de echte versie hebt?

Slide 4 - Mind map

2.2 Eigendomsrechten, transactiekosten en instituties
LH4.ec1

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • Je kunt de rol van verschillende eigendomsrechten bij een ruil uitleggen.
  • Je kunt transactiekosten beschrijven en uitleggen hoe instituties deze verlagen. 

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken! 
- Lees blz. 25 t/m 30 
- Maak opdracht 1, 2 en 3 op blz. 30

Niet af?

Slide 7 - Slide

Hoe ziet ruil eruit met wederzijds voordeel?

Slide 8 - Mind map

 2 voorwaarden ruil
  • Aanbieder is wetmatig eigenaar (heeft de eigendomsrechten)
  • Transactiekosten lager dan wederzijds voordeel

Slide 9 - Slide

Eigendomsrechten
3 soorten:
  • Bewijs van aankoop (overdracht)
  • Octrooi/patent (idee of creatieve uiting)
  • Auteursrecht

 


Slide 10 - Slide

Patent/octrooi
- Idee of creatieve uiting 
- Patent of octrooi
- beschermen tegen kosteloos kopiëren
- Wetmatige eigenaar en monopolist 

Slide 11 - Slide

auteursrecht
- Muziek, beeldende kunst en literatuur
- Intellectuele eigendomsrechten/auteursrecht
- Kosteloos namaak tegengaan
- Eenvoudige kopiëren en thuiskopievergoeding

Slide 12 - Slide

Contracten
- Aankoop huis
- Vrager en aanbieder
- Gecompliceerde en kostbare ruil
- Transactiekosten

Slide 13 - Slide

Transactiekosten
- Kosten die gemaakt worden voor de ruil bij wederzijds voordeel
- Voor vrager of aanbieder
vb.:
  • Pretpark bezoeken -> kosten trein
  • Woning kopen -> Notaris en makelaar betalen
  • Online kleding kopen -> verzendkosten

Transactiekosten hoger dan wederzijds voordeel = 
geen ruil.

Slide 14 - Slide

Instituties
- Instituut = organisatie
- Makkelijker ruilen en transactiekosten laag houden

vb.:
  • Marktplaats => nooit meer naar een concrete markt
  • Supermarkt => niet meer naar de boer reizen voor g en f
  • School => kennis wordt centraal gedeeld (niet meer op zoek ernaar)
  • Apps ??

Slide 15 - Slide

Opdracht
Wat: Opdracht 4 t/m 6   vanaf blz. 31  
paragraaf 2.2
Hoe: Voor jezelf. In je schrift
Tijd: 15 minuten (10 min stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Begin alvast met huiswerk opdracht 7 t/m 11  vanaf blz. 31


timer
15:00

Slide 16 - Slide

Aan de slag! 
- Lees paragaaf 2.2 door en maak de opdrachten 1,3,5,6,7,8 en 10. 

Heb je vragen? Steek je vinger op. 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 2.2
- Je kunt de rol van verschillende eigendomsrechten bij een ruil uitleggen.

- Je kunt transactiekosten beschrijven en uitleggen hoe instituties deze verlagen. 

Slide 18 - Slide

Terugblik en afsluiting
  • Paragaaf 1.3/2.1
  • Paragaaf 2.2
  • Volgende les! 
  • vragen? opmerkingen? 

Slide 19 - Slide