Leçon 1_THV2B

Bonjour et bienvenue!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bonjour et bienvenue!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Le programme
  • Wat weet je nog? Dialogue
  • Révision: Les verbes en -ER
leçon 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je me présente
  1. Je m'appelle Madame Lion.
  2. Je suis française.
  3. J'habite à Rotterdam.
  4. Je viens de Strasbourg, une ville en France.


Mon adresse mail : ili@wolfert.nl

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Le règlement en classe
Levez la main !

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Le matériel en classe
  • mon supplément dans un classeur (=mapje)
  • ma trousse avec des stylos et des crayons
  • mon cahier
  • mon MAC avec la batterie chargée !


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Supplément

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Supplément, p.8 tot bubble 6

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Les verbes en -ER (supplément, p.1)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -er
Heel veel werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl-
danser --> dans-

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De uitgangen (supplément, p.1, exercice A)
  • Je cherche 
  • Tu cherches
  • il cherche
  • elle cherche
  • on cherche
  • nous cherchons
  • vous cherchez
  • ils cherchent
  • elles cherchent

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt met "je" (ik) voor een klinker of een stomme h?

  • je verandert in j' voor een klinker of een stomme h.
  • j'aime = ik houd van
  • j'habite = ik woon

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vous
  • vous = jullie
  • vous = u 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Qu'est-ce que c'est "on" ?
  • "On" betekent letterlijk "men". In spreektaal wordt het gebruikt zoals in het Nederlands "we" gebruiken.
  • "on" wordt vervoegd als "il" en "elle", met een -e op het eind.
  • EXEMPLES:
  1. => On joue au foot = we voetballen.
  2. => En France, on mange des croissants. = In Frankrijk, eten we croissants.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Elles
  • Elles gebruik je allen als je zeker weet dat je over allen maar meisjes en/of vrouwen praat (vrouwelijk meervoud). 
  • Voor mannelijk meervoud of gemengd meervoud gebruik je ils.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Inscription StudyGo
Classroom > Classwork / Classwerk > StudyGo

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Les devoirs
Apprendre:  
  • Studygo: Voca 0-1 F-N       

Faire:
  • Supplément, p.1, exercice B
  • Lees huiswerktips (Supplément, p.55)

Slide 19 - Slide

LOKAAL 219
Au revoir ! 
À bientôt! 
Salut! 
Au revoir! 
À demain! 
À plus tard!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions