Centraal Examen Nederlands 2F

Centraal Examen Nederlands
Lezen, kijken en luisteren
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Centraal Examen Nederlands
Lezen, kijken en luisteren

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Wat houdt het CE in?
  • Even kort een en ander herhalen 

Slide 2 - Slide

Het centraal examen lezen, kijken en luisteren 2F
  • Je krijgt 90 minuten de tijd.
  • Je maakt het examen op de computer. (Westeinde.)
  • Je krijgt één totaalcijfer voor lezen, kijken en luisteren: dit examen is dus de helft van je eindcijfer!
  • 50 à 60 (meerkeuze)vragen.
  • Je mag deze hulpmiddelen gebruiken:
    - Pen en papier
    - Verklarend woordenboek Nederlands (op papier!)
  • Houd je schoolmail in de gaten voor e-mails van het examenbureau!!!

Slide 3 - Slide

* Niveau 3F (havo/mbo niveau 4)
* Lezen/luisteren
* Schrijven
* Spreken/gesprekken
* #OO Examinering 2019-2020 Herman Brood Academie;
* Examenbureau

Slide 4 - Slide

Wat moet je kunnen en kennen?
- Tekstdoel (begrijpen)
- Hoofd- en bijzaken (begrijpen)
- De opbouw van een tekst (evalueren)
- feiten en meningen (begrijpen)
- Bedoelingen herkennen (interpreteren)
- informatie toepassen (begrijpen en interpreteren)
- Tussenkopjes kiezen (begrijpen en interpreteren) 
-  Een tekst samenvatten (hoofd- en bijzaken!)

Slide 5 - Slide

 90% multiple choice vragen 


- Begrijpen (tekstsoort, hoofdgedachte, relaties en verbanden, standpunt, argumenten, feiten meningen onderscheiden)
- interpreteren (wat bedoelt de schrijver, wat is zijn opvatting,  wat denkt en voelt hij, je moet hier conclusies trekken)
- samenvatten
- evalueren (argumentatie en informatie beoordelen op betrouwbaarheid en validiteit, doel van schrijver herkennen en de talige middelen die hij gebruikt om dat doel te bereiken)

Slide 6 - Slide

Soorten examenvragen
  1. De meeste vragen testen of je begrijpt waar een tekst of fragment over gaat, of je hoofd- en bijzaken kunt onderscheiden, of de inhoud betrouwbaar is, enz.

  2. Af en toe krijg je een vraag over de betekenis van een woord of een zin. (Woordenschat!)

Voorbeeld vraag over betekenis woord / zin

Slide 7 - Slide

Vragen over onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp - waar gaat de tekst over in een of enkele woorden?

Hoofdgedachte - wat wordt er in één zin over dat onderwerp gezegd in de tekst ? (Ook wel: de kortst mogelijke samenvatting van de tekst)

Slide 8 - Slide

Vragen over tekstrelaties
Tekstverbanden
Wat voor een verband hebben twee of meerdere alinea's of zinnen met elkaar?

Signaalwoorden
Woorden die een signaal afgeven waaraan je het tekstverband kunt herkennen.

Slide 9 - Slide

Standpunten en argumenten
Standpunt - de mening die iemand over een onderwerp heeft.
Ik vind dat... / Mijn mening is...

Argument - redenen waarmee je een ander overtuigt om er net zo over te denken.
Want, daarom, omdat, 

Slide 10 - Slide

EVEN KORT HERHALEN

Slide 11 - Slide

Welke TEKSTDOELEN ken je?

Slide 12 - Open question

Informeren
Instrueren
Overtuigen
Activeren
Betoog
Recept
Gebruiksaanwijzing
Nieuwsbericht
Interview
Ingezonden brief
Opiniestuk
Reclamefolder
Recensie
Achtergrondartikel

Slide 13 - Drag question

Wat is de juiste volgorde van een tekstindeling?
A
Inleiding, middenstuk met tussenkopjes, slot
B
Inleiding, slot, middenstuk
C
Inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot
D
Titel, inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot

Slide 14 - Quiz

Waar let je op wanneer je een tekst vooWat bekijk je eerst?

Slide 15 - Mind map

Welke functie kan een inleiding van een tekst hebben?
A
Nieuwsgierig maken
B
Onderwerp introduceren
C
Conclusie geven
D
Aankondigen hoe de tekst in elkaar zit

Slide 16 - Quiz

Waar let je op als je een tekst voor je neus krijgt?

Slide 17 - Open question

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Voorbeeld

Slide 18 - Quiz

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

We begonnen met tien mensen, toen meldden zich er nog eens tien. Nu is ons lokaal te klein.
A
Voorbeeld
B
Tegenstelling
C
Voorwaarde
D
Volgorde van tijd

Slide 19 - Quiz

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Ik ben van mening dat we geen vlees meer moeten eten, maar mijn beste vriend denkt daar anders over.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Reden

Slide 20 - Quiz

Conclusie
Tegenstelling
Reden / argument
Oorzaak-gevolg
hoewel
dus
kortom
doordat
echter
want
daarom
toch
desondanks
als gevolg van
omdat
concluderend
maar

Slide 21 - Drag question

Welke tussenkopjes kunnen er staan in een tekst over de opleiding VeVa zorg?

Slide 22 - Mind map

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding niet?
A
het onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
een korte samenvatting geven
D
een advies geven

Slide 23 - Quiz

Wat wordt bedoeld met: 'Citeer een zinsgedeelte uit de tekst'
A
neem 1 zin uit de tekst over
B
neem 1 woord uit de tekst over
C
neem een stukje zin uit de tekst over
D
neem een paar zinnen uit de tekst over

Slide 24 - Quiz

Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De auteur of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.

Slide 25 - Quiz

Waar hebben jullie
behoefte aan?
(CE)

Slide 26 - Mind map

OEFEN!
  • Extra oefenen via toets.nl > vraag de docent een toets klaar     te zetten
  • Oefenen via NU Nederlands (methode)
  • Oude examens oefenen via Facet (online)
  • Oefeningen via internet > zelf op onderzoek uit
  • Toetsen op papier (via docent)

Slide 27 - Slide

FACET
https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/start/
Kies: mbo- examens > Nederlandse taal. Kies een examen  op niveau 2F.
Maak minimaal één examen. Zelf nakijken! Je mailt mij het resultaat!
Tip: tijd bijhouden!

Antwoordmodellen:
https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/mbo/
GEEN normering bekend, maar ik kan een cijfer voor je berekenen!


Slide 28 - Slide

VRAGEN?

Slide 29 - Slide

Kijk ook eens op mijn pagina!
https://studentlandstede.sharepoint.com/sites/NederlandsVeVa2

Op deze pagina vind je niet alleen nuttige informatie omtrent examinering Nederlands, maar ook internetsites die je kunt raadplegen. 

Slide 30 - Slide