§7.3 Zwaartekracht

§7.3 Zwaartekracht
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§7.3 Zwaartekracht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opbouw
  • Introductie: herhaling §1-2 + lesdoel §7.3;
  • Instructie: massa, zwaartekracht en Fz tekenen;
  • Evaluatie v.d. uitleg: hebben we het begrepen?
  • Oefening: maken §7.3;
  • Evaluatie v.d. les: vooruitblik!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Juist of onjuist?

Krachten meet je met een veerunster.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Aan een veerunster hangt een blokje. Je ziet een afbeelding van de schaalverdeling van de veerunster met aanwijzing.
A
1,05 N
B
1,15 N
C
1,25 N

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt de krachtpijl ook wel genoemd?
A
Pijlpunt.
B
Richtingpijl.
C
Loodpijl.
D
Vector.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Krachtenschaal is 1 cm = 50 N.
Vector is 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
50 N.
B
250 N.
C
125 N.
D
75 N.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke effecten kan een kracht hebben?
A
Richting en snelheid veranderen.
B
Snelheid en vorm veranderen.
C
Snelheid, richting en vorm veranderen.
D
Richting en vorm veranderen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk effect van een kracht zie je hier het duidelijkst?
A
Verandering van vorm.
B
Verandering van richting.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke soort kracht werkt hier? Schrijf het op je wisbord!

1. Een elastiekje rekt uit;
2. Je duwt tegen de deur;
3. Een steen valt;
4. Een bal rolt steeds langzamer.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen 
Ik kan:
  • met een formule de zwaartekracht op een voorwerp berekenen;
  • uitleggen hoe je het zwaartepunt bepaalt. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht
De aarde trekt aan alle voorwerpen.
Je meet dit met de massa.
Massa wordt uitgedrukt in kilogram.

De zwaartekracht wordt uitgedrukt in Newton (N).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je de zwaartekracht?
Zwaartekracht = Fz.
Fz= massa x 9,81

  • Dus als iets 25 kg weegt op aarde, dan is de zwaartekracht:
  • 25 x 9,81 = 245,25 N.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wij doen het samen
Wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 250 gram?

Slide 13 - Slide

Gegeven: 250 gram = 0,25 kg (want je moet met kg berekenen).
Gevraagd: wat is de zwaartekracht?
Formule: Fz= massa in kg x 9,81.
Berekening: Fz= 0,25 x 9,81 = 2,45.
Antwoord : 2,45 N.
Wij doen het samen (2)
Wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 375 gram?

Slide 14 - Slide

Gegeven: 250 gram = 0,25 kg (want je moet met kg berekenen).
Gevraagd: wat is de zwaartekracht?
Formule: Fz= massa in kg x 9,81.
Berekening: Fz= 0,25 x 9,81 = 2,45.
Antwoord : 2,45 N.
Jij doet het zelf!
  • Wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 45 kilogram?
  • Wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 34 gram?

Slide 15 - Slide

Gegeven: 250 gram = 0,25 kg (want je moet met kg berekenen).
Gevraagd: wat is de zwaartekracht?
Formule: Fz= massa in kg x 9,81.
Berekening: Fz= 0,25 x 9,81 = 2,45.
Antwoord : 2,45 N.
Zwaartepunt
  • Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht;

  • Bij regelmatige vormen is dit het midden;

  • Bij onregelmatige vormen is het lastiger te bepalen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zwaartepunt bepalen
Als je een voorwerp ophangt, draait het net zolang totdat het zwaartepunt onder het ophangpunt zit.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Wat is zwaartekracht?
A
De aantrekkingskracht; vergelijkbaar met een magneet.
B
De eenheid is F.
C
Gravitatiekracht van de aarde.
D
De aantrekkingskracht van een massa op een andere, kleinere massa.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Zwaartekracht werkt altijd...
A
naar boven.
B
naar links.
C
naar beneden.
D
naar rechts.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Massa (m).
B
Newton (N).
C
Kilogram (kg).
D
Power (P).

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Het symbool voor zwaartekracht is...
A
F.
B
Fz.
C
Fg.
D
Fs.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht?
A
Aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag.
B
Aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog.
C
Aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag.
D
Aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waar is het aangrijpingspunt van zijn zwaartekracht?
A
Zwaartepunt is bij zijn voeten.
B
Zwaartepunt is bij zijn wijsvinger.
C
Zwaartepunt is bij zijn hoofd.
D
Zwaartepunt is rond zijn navel.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


 Bereken de zwaartekracht op een pen met een massa van 15,3 gram.
A
15,3 x 9,81 = 150,1 N
B
0,153 x 9,81 = 1,50 N
C
153 x 9,81 = 1500,9 N
D
0,0153 x 9,81 = 0,15 N

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


 Bereken de zwaartekracht op een pak melk met een massa van 1 kg.
A
1000 x 9,81 = 9810 N
B
100 x 9,81 = 981 N
C
1 x 9,81 = 9,81 N
D
10 x 9,81 = 98,1 N

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


 Bereken de massa van een auto met een zwaartekracht van 19315 N.
A
19315 / 9,81 = 1969 kg
B
1,9315 / 9,81 = 0,197 kg
C
19315 * 9,81 =189480 kg
D
1,9315 * 9,81 = 18,95 kg

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Oefening
Je maakt: 40 t/m 53.

Niet af? Volgende week afmaken!

Klaar?
1. Inleveren;
2. Nakijken;
3. Begrippen leren §1-2-3.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie v.d. hele les

Slide 28 - Slide

This item has no instructions