Wat is maatschappijleer?

Vraag 1 Een maatschappelijk probleem kent 4 kenmerken. Welke hoort er niet bij.
A
Veel aandacht in de media
B
Tegengestelde belangen
C
Gevolgen voor iedereen in de samenleving
D
Gemeenschappelijke oplossing noodzakelijk.
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vraag 1 Een maatschappelijk probleem kent 4 kenmerken. Welke hoort er niet bij.
A
Veel aandacht in de media
B
Tegengestelde belangen
C
Gevolgen voor iedereen in de samenleving
D
Gemeenschappelijke oplossing noodzakelijk.

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 2 Hieronder staan waarden. Een hoort er niet bij.
A
onafhankelijkheid
B
discriminatie
C
vrijheid
D
gezondheid

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 3 .
Wat is geweldsmonopolie?
A
Dat de burgers enige mate van geweld mogen gebruiken.
B
Dat je niet tegen je verlies kunt als je verliest bij monopoly.
C
Dat de staat enige mate van geweld mag gebruiken.
D
Dat de politie meer macht heeft dan de regering.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 4. Een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 5. Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen
B
Geen afval op straat gooien
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 8. De uitvoerende macht wordt gecontroleerd door
A
1e kamer
B
2e kamer
C
1e + 2e kamer
D
de regering

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 9. Sociale grondrechten
A
beschermen ons tegen de overheid
B
zijn plichten van de overheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 10. Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 11. Wat staat in artikel 1 in de grondwet?
A
Recht op gelijke behandeling
B
Vrijheid van meningsuiting
C
De scheiding van de 3 machten
D
Aanwezigheid van vrije en eerlijke verkiezingen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 12. In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 13. Wat zijn klassieke grondrechten?
A
Rechten die de overheid moet garanderen.
B
Rechten die de overheid niet hoeft te garanderen.
C
Rechten die de rechter uitspreekt.
D
Rechten waar de overheid haar best voor moet doen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 14. Wat is het verschil tussen
klassieke en sociale grondrechten?
A
sociale grondrechten gaan over je relatie tot je medemens, klassieke grondrechten gaan over jezelf
B
sociale grondrechten zijn afdwingbaar, klassieke grondrechten niet.
C
klassieke grondrechten zijn afdwingbaar, sociale grondrechten niet.
D
de overheid heeft een inspanningsverplichting ten aanzien van de klassieke grondrechten.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 15 klassieke of sociale grondrechten?
Vrijheid van meningsuiting
A
Klassieke grondrechten
B
Sociale grondrechten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 16.klassieke of sociale grondrechten?
Recht op werkgelegenheid
A
Klassieke grondrechten
B
Sociale grondrechten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 17. Wat is het legaliteitsbeginsel?
A
Naast rechten hebben we ook plichten.
B
Je kan niet twee keer worden vervolgd.
C
Iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
D
De overheid kan ook strafbaar zijn.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


 19. Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

20. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 17 - Quiz

Het bezit van vuurwapens is in Nederland verboden. (Tenzij je een vergunning hebt om een vuurwapen te hebben, maar die hebben alleen politie mensen of mensen van een schietvereniging onder speciale omstandigheden.) Omdat je grote schade kan aanrichten met een vuurwapen is het een misdrijf om deze te dragen. Je moet dan altijd naar de rechter.

 21. Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 23. Als een misdrijf niet in het Wetboek van Strafrecht beschreven staat, moet de rechter zelf een redelijke straf voorstellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 4. In een rechtsstaat:
A
Hebben burgers rechten en plichten en de overheid niet.
B
Hebben burgers en overheid allebei rechten en plichten.
C
Hebben burgers rechten en de overheid plichten.
D
Hebben burgers plichten en de overheid rechten.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions