Leefstijl

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3,4

Startklaar

• Welkom Klas! 
• Ga allemaal op je plek zitten. 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Start opdracht

Pak je boek Mens & Gezondheid

Activeer de licentie code dat achterin in je boek staat via de uitgeversgroep.nl

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Overzicht Periode 1

• Module: Mens en Gezondheid 
• Benodigde lesmaterialen: Laptop, lader, reader, schrift, pen en rekenmachine

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7	Week 8	Week 9	Week 10	Week 11
....	...	...	...	...	...	...

Terugblik-opdracht
Welke kennis uit de vorige les
neem je vandaag mee in de les?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

      Leerdoelen

• Je kent de begrippen leefstijl, voedingspatroon, hygiëne, bewegen en gezondheid
• Je kunt een verband leggen tussen deze begrippen
• Je hebt kennis over genotmiddelen en het gebruik daarvan
• Je kent de gevaren van roken

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Gezondheid

Gezondheid is een gevoel van zowel lichamelijk, als geestelijk als maatschappelijk welzijn. Het betekent dus niet alleen het ontbreken van ziektes.

Het begrip Gezondheid is persoonlijk. Ieder mens voelt zelf of hij zich gezond voelt of niet. Ook heeft ieder mens andere maatstaven voor een goede gezondheid. 

Leefstijl 

Leefstijl betekent letterlijk de manier van leven.

Een leefstijl wordt bepaald door:

• Voeding
  
• Beweging
• Verslaving
  
• Sociale contacten
  

Waar wordt leefstijl nog meer door bepaald?

Voedingspatroon

Een voedingspatroon is een manier van eten die bestaat uit de juiste vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines en mineralen.

Het is belangrijk om voldoende gezonde voedingsstoffen te consumeren (eten) die jouw lichaam nodig heeft om goed te functioneren

Hygiëne 

Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat je zo min mogelijk in aanraking komt met ziekteverwekker (bacterie en/of virus). 

Hoe zorg je voor een goede hygiëne?

Bewegen

Voordelen van regelmatig bewegen:

   

• zorgt voor het verliezen van gewicht;
  
• vermindert de kans op hart- en vaatziekten
  
• versterkt botten en spieren;
  
• verbetert de conditie. Conditie geeft aan hoe fit iemand is.
  

Aan de slag

• Maak tweetallen (2 min) 
• Opdracht: poster over gezondheid maken 
• Verwerk in je poster de begrippen leefstijl, voedingspatroon, hygiëne en bewegen.
• Schrijf per begrip 3 adviezen die je kunt geven m.b.t. gezondheid 
• Bereid je voor om een korte presentatie te geven over je poster 

Welke genotmiddelen ken jij nog meer?

Genotmiddelen 

Genotmiddelen zijn middelen die je geest en/of lichaam stimuleren of verdoven. 

Voorbeelden: sigaretten, alcohol, lachgas, hasj en GHB.

Genotmiddelen hebben een verdoven effect op het lichaam, dat betekend dat iemand ontspannen of kalm wordt na het innemen van een bepaald middel. 

Genotmiddelen kunnen ook verslavend zijn. Bij een verslaving heb je geen controle meer over het gebruik van het middel of over bepaald gedrag. Bijvoorbeeld iemand die wil stoppen met roken kan als hij verslaafd is moeilijker stoppen. 

Roken

Roken is slecht voor je gezondheid. Daarom verbiedt de overheid op veel plekken het roken. Roken kan verschillende negatieve gevolgen hebben. De kans op longkanker, hart en vaatziekten wordt bijvoorbeeld vergroot. Wanneer zwangere vrouwen roken heeft zelfs de ongeboren baby kans op gezondheidsproblemen. 

Roken is verslavend, omdat er een zeer verslavende stof in zit Nicotine. Deze komt voor in alle sigaretten. Nicotine geeft een lichte roes die een paar minuten aanhoudt. Nicotine is geestelijk en lichamelijk verslavend. 

Op welke plekken verbiedt de overheid het roken?

Binnen hoeveel seconden geeft nicotine een lichte roes?

1. 20 seconden
2. 7 seconden
3. 10 seconden
4. 3 seconden

Rekenopdracht 1  

Open bladzijde 24 in je reader en maak de reken opdracht.

    Begrippen uit deze les

• Gezondheid 
• Leefstijl
• Voedingspatroon
• Bewegen
• Hygiëne 
• Genotmiddelen
• Roken

Exit ticket

Wat heb je vandaag geleerd?
Zijn alle leerdoelen behaald?
Hebben jullie nog vragen?