Woordsoorten LW, ZN, BN

Lezen
timer
15:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les
- kun je lidwoorden herkennen.
- kun je (concrete en abstracte) zelfstandig naamwoorden herkennen.
- kun je (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Lezen (15 min)
- Introductie van de les: doelen en programma (5 min)
- Uitleg lw, zn en bn (10 min)
- Zelfstandig werken aan opdrachten (20 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Slide

20 april volgmeting 
Woordsoorten en werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

zelfstandig naamwoord (zn)
mens, dier, plant, ding of gevoel
concreet en abstract
enkelvoud/meervoud
verkleinwoord
kan meestal een lidwoord voor
Eigennaam

Slide 5 - Slide

Lidwoord(lw)
- hoort bij een zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Slide

bijvoeglijk naamwoord (bn)
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
staat voor het zn, soms verderop in de zon
heeft een korte vorm en een lange vorm (met een e)
kent trappen van vergelijking
sommige zijn gemaakt van een werkwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord = zegt van welke stof iets gemaakt is en heeft maar één vorm: eindigt meestal op -en, staat altijd voor zn en heeft geen trappen van vergelijking

Slide 7 - Slide

Het is vijf uur.

Slide 8 - Slide

De  knappe buurjongen slaat de kat met de houten stok.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
- Ga naar Magister
- Ga naar leermiddelen
- Klik op Nieuw Nederlands 
- Ga naar Planning (bovenin) en vervolgens klik je op Woordsoorten, lw, zn en bn



timer
12:00

Slide 10 - Slide