3 vmbo-k 3.6 en 3.7 Geslachtelijke/ongeslachtelijk vpl en mutaties

3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting   

3.7 Mutaties
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting   

3.7 Mutaties

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 3.6 geslachtelijke voortplanting + nakijken huiswerk
nieuwe theorie: 3.7 mutaties

herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je beschrijven wat geslachtelijke voortplanting is
- kan je beschrijven wat ongeslachtelijke voortplanting is
- kan je voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting
- kan je beschrijven wat kunstmatige selectie en wat veredeling is
- kan je beschrijven wat een mutatie is


Slide 3 - Slide

geslachtelijke voortplanting
= het versmelten van twee willekeurige geslachtscellen met elkaar

er ontstaan organismen (nakomelingen) met telkens andere genotypen


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

ongeslachtelijke voortplanting
Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

bijvoorbeeld: stekken, knollen en weefselkweek

Groei vindt plaats door gewone celdeling (mitose), dus de dochtercellen hebben hetzelfde genotype als de moedercel.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

kunstmatige selectie
= van de nakomelingen worden alleen de individuen met de meest gunstige eigenschappen gebruikt voor verdere kruisingen


Slide 9 - Slide

Veredeling
Door kruisingen en kunstmatige selectie probeert men een combinatie van gunstige eigenschappen in één nakomeling te krijgen.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

3.7 mutaties
= een plotselinge verandering van het genotype

kan in elke cel plaatsvinden (zowel lichaamscel als geslachtscel)
heeft meestal geen gevolgen

Slide 15 - Slide

mutaties
De invloed van een mutatie:
1. lichaamscel: enkel het genotype van de lichaamscel verandert; het genotype van de andere lichaamscellen verandert niet, dus deze mutatie heeft weinig invloed.

2. geslachtscel: na bevruchting komt het gemuteerde gen terecht in de eicel. Hieruit ontwikkelt zich een nakomeling dat in elke lichaamscel een gemuteerd gen heeft, dus deze mutatie heeft veel invloed.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

mutaties
Kunnen spontaan plaatsvinden of onder invloed van mutagene invloeden:
- asbeststof
- uv-straling (zon)
- sigarettenrook 
- röntgen- en radioactieve straling




Slide 18 - Slide

Vragen?

Slide 19 - Slide

huiswerk
opdracht 58 en 59 maken

Slide 20 - Slide

herhalen leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je beschrijven wat geslachtelijke voortplanting is
- kan je beschrijven wat ongeslachtelijke voortplanting is
- kan je voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting
- kan je beschrijven wat kunstmatige selectie en wat veredeling is
- kan je beschrijven wat een mutatie is


Slide 21 - Slide