GT Herhaling Thema 7 BS 4

Welkom bij biologie!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij biologie!

Slide 1 - Slide

Thema 7. Bloemen, vruchten en zaden
BS 4 Vruchten en zaden

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen
Herhalen van BS 4 van Thema 7 

  • Waar zijn we gebleven
  • Waar werken we naartoe

Slide 3 - Slide

        Aan het einde van de les weet je :
  • Je kunt omschrijven welke veranderingen er na de bevruchting in het vruchtbeginsel optreden.

Slide 4 - Slide

In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 5 - Quiz

Kijk goed!
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
Heeft hier bevruchting plaatsgevonden?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
geen bestuiving, wel bevruchting
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 6 - Quiz

Wat is bevruchting ook alweer?

1. Stuifmeel komt op de stempel.

2. Stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis.

3. Stuifmeelbuis gaat door de stijl heen.

4. Stuifmeelbuis komt bij de eicel in het zaadbeginsel. 

5. De kern van de stuifmeelkorrel en de kern van de eicel smelten samen. 

De bloem is bevrucht

Slide 7 - Slide

Na de bevruchting

Slide 8 - Slide

Hoeveel zaden kunnen er maximaal uit deze bloem ontstaan
A
1
B
4
C
8
D
10

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide


Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Een meloen kan meer dan honderd zaden bevatten. Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 11 - Slide

In een Perenboom hangen 10 peren. 
In elke peer zitten 6 pitten.
Hoeveel stampers waren er betrokken bij het maken van alle peren in de boom?
Hoeveel stuifmeelkorrels hebben succesvol een eicel bevrucht?
Hoeveel vruchtbeginsels zijn er nodig geweest voor alle peren?
Hoeveel stuifmeelbuizen zijn er minstens gegroeid?
10
10
60
60

Slide 12 - Drag question

Seger onderzoekt een meloen. Hij haalt
alle zaden eruit. Dat blijken er 420 te zijn.

Hoeveel stuifmeelkorrels zijn er bij de bestuiving
betrokken geweest?
A
1
B
2
C
420
D
840

Slide 13 - Quiz

Wat ga je doen:
  • Je hebt je tekstboek 1B nodig
  • Lezen BS 4 Vruchten en zaden blz 107 t/m 109
  • Maken in de digitale leeromgeving thema 7 BS 5:
De opdrachten  26a, 26b, 26c, 27, 28a, 28b, 28c
Daarna maak je de Test Jezelf van BS 5

Slide 14 - Slide