NOV CATWALK verder

Eerst, de theorie :-) 


1 / 30
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Eerst, de theorie :-) 


Slide 1 - Slide

klein uitleg

Slide 2 - Slide

uitleg pizarra
naam kleur
mannelijk
oft -o woord
vrouwelijk
-a woord
meervoud
mannelijk 
meervoud vrouwelijk
amarillo
rojo
naranja
marrón

Slide 3 - Slide

De regelmatige werkwoorden op -ar
  • Het vervoegen van werkwoorden, wat is dat?
  • In het Spaans zijn er 3 soorten werkwoorden. 

hablar
De Spaanse werkwoorden eindigen op:
-ar
-er
-ir
hablar
trabajar
caminar
estudiar
bailar
cantar
  • Bovenstaande werkwoorden zijn de hele werkwoorden.
  • Als je -ar van de werkwoorden afhaalt heb je de stam.           (camin, bail, trabaj, estudi, habl, cant)

Slide 4 - Slide

Stap 1: 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Slide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -ar

yo
as
él / ella/ usted
a
nosotros / nosotras
amos
vosotros / vosotras
áis
ellos / ellas / ustedes
an
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema allemaal 
over in je schrift!

Slide 6 - Slide

Stappenplan
hablar = praten
Nu wil je zeggen jij praat. (voorbeeld)

1. Haal -ar van het hele werkwoord af: habl (dit is de stam)
2. Wat is de jij-vorm?
3. Welke vervoeging staat er bij tú? as
4. plak de vervoeging achter de stam = habl + as = hablas 

                                       JIJ PRAAT = TÚ HABLAS 

Slide 7 - Slide

Un ejemplo / een voorbeeld
Omdat iedere persoon een uniek werkwoord heeft, laten Spanjaarden het persoonlijke voornaamwoord vaak weg. 

Slide 8 - Slide

                          telefoon 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
5. NIEUW!!! Vanaf nu worden de Google Translate teksten een AN in Magister krijgen.

Slide 11 - Slide

NOVIEMBRE
MARTES
MIERCOLES
JUEVES
8 begin
9 ropa 2
10 ropa 3
15 ropa catwalk
16 voorbereiding catwalk
17 voorbereiding catwalk
22 voorbereiding catwalk
23 CATWALK!!!
24 oefentoets/game
oefentoets/game 
vocab+grammatica

Slide 12 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan ik:
  • de taal herkennen die ik nodig heb om een mode showcase te organiseren
  • HUISWERK: begin kleding uit te zoeken

Slide 13 - Slide

modeshow
Gala mode
Oscar outfits/gala
of gemengd
4 mensen, 3 sets 

Slide 14 - Slide

Laatste exit ticket gr 1
vervoeging "llevar" 

Slide 15 - Slide

¿qué día es hoy?
1. escribe (handig voor de modeshow)
2. overview met doelen, zie document
3. groepen maken (random als het binnen 3 min niet lukt)
 3. QUIZ: ¿qué lleva(n) puesto - catwalk, test 
5. EXIT TICKET: vervoegen LLEVAR 


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Herinner je je aan ¿qué es eso?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Let op meervoud, geslacht, afstand!
Dichtbij (jezelf): este, esta, estos, estas
HIER > AQUÍ (akie)
Iets verder(daar bij jou): ese, esa, esos,esas 
DAAR > AHÍ (aa-ie)
Nog verder weg, (bij mij en jou vandaan): 
aquel, aquella, aquellos, aquellas, 
DAAR VERDERDOP> ALLÍ (ajie)



Slide 20 - Slide

llevar

Slide 21 - Slide

Llevar Meenemen - dragen - bevatten
VUL IN DE GATEN

Slide 22 - Slide

KLAAR?
VUL IN DE GATEN

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

¿qué día es hoy?
1. escribe (handig voor de modeshow)
2. overview met doelen, zie document
3. groepen maken (random als het binnen 3 min niet lukt)
 3. QUIZ: ¿qué lleva(n) puesto - catwalk, test 
5. EXIT TICKET: vervoegen LLEVAR 


Slide 25 - Slide

timer
3:00
maak een tafel met zijn 4 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

¿qué día es hoy?
1. escribe (handig voor de modeshow)
2. overview met doelen, zie document
3. groepen maken (random als het binnen 3 min niet lukt)
 3. QUIZ: ¿qué lleva(n) puesto - catwalk, test 
5. EXIT TICKET: vervoegen LLEVAR 


Slide 28 - Slide

Bereid je exit ticket voor
Vervoeging "llevar" + -AR werkwoorden
(je mag in een groep zitten en een soort patroon/lied verzinnen)
-o
-as
-a 
-amos
-ais
-an

Slide 29 - Slide

EXIT TICKET:

vervoeging llevar?
Geef een voorbeeld

Slide 30 - Slide