hoofdletters en leestekens

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Gt les Hoofdletters en leestekens

als je zinnen opschrijft is het handig dat je daarbij let op hoe je die zinnen opschrijft het is erg handig om hoofdletters en leestekens te gebruiken doe je dat niet krijg je zinnen en teksten die moeilijker te lezen zijn je moet de hele tijd gaan puzzelen waar een zin begint en ophoudt en waar bijvoorbeeld namen staan als je deze tekst leest zul je dat wel begrijpen daarom gaan we vandaag kijken hoe je dat moet doen

Maar hoe moet dat dan? 

Zinnen...

beginnen met een hoofdletter

eindigen met een punt (of vraagteken of uitroepteken)              . ? !

Welke zin is helemaal goed?

1. een vrouw kocht op de markt een lekkere vis
2. een vrouw kocht op de markt een lekkere vis.
3. Een vrouw kocht op de markt een lekkere vis.
4. Een Vrouw, kocht op de markt een lekkere vis

Schrijf de tekst over en zet hoofdletters en punten.

op een avond klopte een buurman bij hodja aan deze man kletste heel veel

De juiste tekst

Op een avond klopte een buurman bij Hodja aan. Deze man kletste heel veel.   

Schrijf over en zet de hoofdletters en punten.

maria en jan gingen maandag met hun kind wandelen het regende hard

Maria en Jan gingen maandag met hun kind wandelen. Het regende hard.

Dus..... hoofdletters

• Begin van de zin;

en... bij

• Namen van personen;
• Aardrijkskundige namen (en afleidingen daarvan);
  
• Namen van bedrijven, organisaties en merken. 
  
• Feestdagen
  

Achter welke zin hoort een ?

1. Jan komt straks eten
2. Komt Jan straks eten
3. We gaan straks eten
4. Wanneer gaan we eten

In welke zin staat het uitroepteken NIET goed?

1. Jan, eten komen!
2. Hou je mond!!!
3. Schiet eens een beetje op!
4. Vanmiddag! Gaan we naar de winkel!

Welke zin is correct?

1. Maria, we gaan zo eten. Kom je?
2. Maria we gaan zo eten kom je?
3. Maria? We gaan zo eten, kom je.
4. Maria we gaan. Zo eten kom je?

Schrijf de zin over met hoofdletters, komma's en punten op de juiste plek.
karin bas mohamed en saida gaan wandelen winkelen en lekker eten

Karin, Bas, Mohamed en Saida gaan wandelen, winkelen en lekker eten.

als je zinnen opschrijft is het handig dat je daarbij let op hoe je die zinnen opschrijft het is erg handig om hoofdletters en leestekens te gebruiken doe je dat niet krijg je zinnen en teksten die moeilijker te lezen zijn je moet de hele tijd gaan puzzelen waar een zin begint en ophoudt en waar bijvoorbeeld namen staan als je deze tekst leest zul je dat wel begrijpen daarom gaan we vandaag kijken hoe je dat moet doen

Begin- en eindpunt van zinnen

Als je zinnen opschrijft is het handig dat je daarbij let op hoe je die zinnen opschrijft. Het is erg handig om hoofdletters en leestekens te gebruiken. Doe je dat niet krijg je zinnen en teksten die moeilijker te lezen zijn. Je moet de hele tijd gaan puzzelen waar een zin begint en ophoudt en waar bijvoorbeeld namen staan. Als je deze tekst leest zul je dat wel begrijpen. Daarom gaan we vandaag kijken hoe je dat moet doen.

Leespauzes

• Aangeven met een komma.
  
  
• Wanneer?
  - Altijd bij een opsomming (Eva, Jens, Vincent en Jasper).
  - Tussen 2 zinnen die samen in 1 zin staan (let op persoonsvorm)
      (Gisteren hadden we vrij, vandaag hebben we school.) 
  - Voor een voegwoord.
      (Deze telefoon is duur, maar die is nog duurder.)

LET OP:

GEEN komma voor 'en'.

Komma's erbij

Als je zinnen opschrijft, is het handig dat je daarbij let op hoe je die zinnen opschrijft. Het is erg handig om hoofdletters en leestekens te gebruiken. Doe je dat niet, krijg je zinnen en teksten die moeilijker te lezen zijn. Je moet de hele tijd gaan puzzelen waar een zin begint en ophoudt en waar bijvoorbeeld namen staan. Als je deze tekst leest, zul je dat wel begrijpen. Daarom gaan we vandaag kijken hoe je dat moet doen.

Vraag- en uitroepteken

Niet altijd punt aan einde:

• Vraagteken bij vraag.            ?
  
  
• Uitroepteken bij benadrukken zin.             !
  

Altijd maar 1 ? of !

hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak nee ik geloof het niet is maandag goed maandag is goed

Schrijf de tekst van de vorige slide op met leestekens en hoofdletters. Maak een foto en plaats hem hier

De tekst. 

"Hallo, hoe gaat het met jou?"

"Goed, en met jou? "

"Met mij gaat het ook goed. "

""Op welke dag zullen we afspreken, of hebben we al een afspraak? "

"Nee, ik geloof het niet. "

"Is maandag goed ? "

"Maandag is goed."

De tekst. 

Hallo, hoe gaat het met jou?

Goed, en met jou? 

Met mij gaat het ook goed. 

Op welke dag zullen we afspreken, of hebben we al een afspraak? 

Nee, ik geloof het niet. 

Is maandag goed ? 

Maandag is goed.

Hoe was deze les?

😒🙁😐🙂😃