H1 par. 1.4 t/m 1.6 De Nederlandse Opstand

Memo havo 2
H1. De tijd van ontdekkers en hervormers
par. 1.4 t/m 1.6  De Nederlandse Opstand 

1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Memo havo 2
H1. De tijd van ontdekkers en hervormers
par. 1.4 t/m 1.6  De Nederlandse Opstand 

Slide 1 - Slide

Nederlandse Opstand

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen

  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 3 - Slide

  • Keizer Karel V regeerde ook over het Habsburgse Rijk.
  • Bestond in 1550 uit Spanje, Spaanse kolonies, een aantal Italiaanse gebieden en de Nederlanden.

Slide 4 - Slide

Over welk rijk was keizer Karel V nog meer de baas?
timer
0:20
A
Rusland
B
Duitsland
C
China
D
Turkije

Slide 5 - Quiz

De Nederlanden
  • Huidige Nederland, Belgie en Luxemburg.
  • Verdeeld in 17 gewesten.
  • Ieder gewest had zijn eigen wetten, munten, bestuurders.

Slide 6 - Slide

De Nederlanden
  • Hierdoor lastig te besturen voor Karel V.
  • Karel V had ook veel geld nodig voor al zijn oorlogen.
  • Daarom probeerde hij in de Nederlanden een centraal bestuur in te voeren.
  • Met dezelfde regels en vaste belastingen (scheelde weer onderhandelingen met de gewesten).

Slide 7 - Slide

De Nederlanden
  • Ook stelde Karel V ambtenaren aan, waar de edelen niet blij mee waren. Zij verloren hierdoor macht.
  • Veel mensen waren niet blij met deze veranderingen.

Slide 8 - Slide

Filips II
  • Volgde in 1555 zijn vader op.
  • Hij ging door met het versterken van een centraal bestuur.
  • Hij bestuurde zijn rijk vanuit Spanje.

Slide 9 - Slide

De Nederlanden
  • In de Nederlanden stelde Filips II een plaatsvervanger aan:
  • de landvoogd.
  • De landvoogd bestuurde Nederland voor hem.
  • In elk gewest was er ook nog een stadhouder.
  • De stadhouder hielp Filips II met het bestuur en moest zorgen voor orde en rust.

Slide 10 - Slide

Willem van Oranje
  • Edelman
  • Stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.

Slide 11 - Slide

De Nederlanden
  • Veel mensen waren ontevreden over de Spaanse koning.
  • Waarom?
  • 1. Tegen een centraal bestuur (edelen verloren veel macht)
  • 2. Vaste belastingen zouden de bevolking veel geld kosten.
  • 3. De Spaanse koning was streng katholiek, terwijl in de Nederlanden veel calvinisten woonden.

Slide 12 - Slide

Vervolgingen
  • Protestanten werden zwaar vervolgd.
  • Filips II zag het als zijn plicht om de kerk te beschermen.
  • Als je je niet wilde bekeren, werd je gedood.
  • Zelfs katholieken vonden de straffen te zwaar.
  • Willem van Oranje vroeg Filips II de protestanten minder streng te vervolgen, maar dit hielp niet.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hagepreken
  • Omdat protestanten geen kerken hadden, kwamen zij in de openlucht bij elkaar.
  • Hagepreken.
  • Er werd voorgelezen uit de bijbel en verteld over het geloof.

Slide 15 - Slide

De Beeldenstorm
  • In 1566 werd er in Vlaanderen tijdens een hagepreek over de schandalige heiligenbeelden in de kerk.
  • Na afloop vertrokken gelovigen en plunderaars naar een klooster.
  • Ze vernielden alle beelden en namen kostbaarheden mee.
  • Begin van de Beeldenstorm.
  • Overal werden beelden in kerken en kloosters vernield.

Slide 16 - Slide

De Beeldenstorm
  • Filips II was woedend!
  • Hij stuurde de Spaanse hertog Alva naar de Nederlanden om de orde te herstellen.

Slide 17 - Slide

De Opstand begint
  • Hertog van Alva richtte meteen een rechtbank in om de protestanten te straffen.
  • Ook hief hij extra belastingen.
  • Hij pakte de Nederlandse adel aan die niet streng genoeg had opgetreden.

Slide 18 - Slide

De Opstand begint
  • Veel protestanden vluchtten naar het buitenland.
  • Ook Willem van Oranje vluchtte naar zijn landgoed in Duitsland.
  • Hij was een voorstander van godsdienstvrijheid en tegen het centrale bestuur van Filips II.
  • De hertog van Alva pikte vervolgens het hele Nederlandse bezit van Willem van Oranje in.

Slide 19 - Slide

  • Willen van Oranje kreeg ook ontslag als stadhouder van de Spaanse koning.
  • Vanuit het buitenland begon hij met het voorbereiden van een aanval op de Nederlanden.

Slide 20 - Slide

  • Hij kreeg hulp van watergeuzen: vluchtelingen die als een soort van piraten de wateren rond Nederland onveilig maakten.

Slide 21 - Slide

De Opstand begint
  • In 1568 viel het leger van Willem van Oranje vanuit het oosten van de Nederlanden aan.
  • Begin Nederlandse Opstand.
  • Werden erslagen door het Spaanse leger.
  • In 1572 eerste overwinning:
  • Watergeuzen veroverden Den Briel.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De Opstand begint
  • Meer plaatsen in Holland en Zeeland sloten zich bij de Opstand aan.
  • Ook buiten Holland en Zeeland kwamen nu steden in opstand.

Slide 24 - Slide

Grimmige strijd
  • Spanjaarden sloegen hard terug en heroverden in 1572 enkele steden. Ze plunderden en moorden.
  • Uit angst voor wraak gaven veel steden zich zonder strijd over, maar toch werden zij hard gestraft.
  • Overgebleven steden gaven zich niet zo maar meer over.
  • Opstandelingen behaalden ook overwinningen.

Slide 25 - Slide

Grimmige strijd
  • Stedelingen staken de dijken rondom de stad door, zodat het land rondom de stad onder water kwam te staan.
  • Spaanse leger was een huurleger. Kregen zij geen geld, dan vochten ze niet.
  • Plunderingen zorgden voor veel boosheid onder de burgers.

Slide 26 - Slide

De Nederlanden raken verdeeld
  • Ook de opstandelingen gebruikten huurlegers.
  • Om die te kunnen betalen moest er samengewerkt worden.
  • Ook moest er belasting worden geind. 
  • De noordelijke gewesten sloten in 1579 een gezamenlijk verbond tegen de Spaanse koning: Unie van Utrecht. 

Slide 27 - Slide

Unie van Utrecht
  • 1579
  • Gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel werkten samen tegen de Spaanse koning.

Slide 28 - Slide

De Nederlanden raken verdeeld
  • De zuidelijke gewesten bleven trouw aan de Spaanse koning.
  • In 1588 leek de toestand voor de opstandelingen uitzichtloos:
  • 1. In 1584 was Willem van Oranje vermoord.
  • 2. Antwerpen werd in 1585 heroverd door de Spanjaarden.
  • 3. Er waren nog maar een paar gewesten in handen van de Opstandelingen.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Onafhankelijkheidsverklaring
  • In 1581 verklaarde de Unie van Utrecht zich onafhankelijk:
  • Filips II was niet langer hun koning.
  • Gingen op zoek naar een nieuwe koning, maar konden geen geschikte kandidaat vinden.
  • In 1588 werd daarom de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen.
  • Officieel een land zonder koning: heel bijzonder!

Slide 31 - Slide

 Republiek
  • Protestants land.
  • Katholieke kerk verboden: bezit in beslag genomen.
  • Er was geen centraal bestuur.
  • Hoe was het bestuur dan geregeld?

Slide 32 - Slide

Landelijk
  • Beslissingen over oorlog en vrede & buitenlandse politiek genomen door de Staten-Generaal: afgevaardigheden uit alle gewesten.
  • Een stadhouder die de baas was over het leger.
Gewest
  • Elk gewest hield zijn eigen wetten en rechtspraak.
  • Elk gewest werd bestuurd door de eigen Gewestelijke Staten: met edellieden en afgevaardigden van de steden en platteland.

Slide 33 - Slide

 De strijd na 1588
  • Verliep voor de opstandelingen niet goed: veel verliezen in Brabant, Limburg en Oost-Nederland.
  • Na 1588 veranderde dit doordat:
  • 1. de Republiek het huurleger op tijd kon betalen (steeds meer geld verdiend in de handel en nijverheid), waardoor soldaten langer in dienst bleven: goed getraind leger.
  • 2. Filips II veel oorlogen tegelijkertijd voerde

Slide 34 - Slide

 De strijd na 1588
  • 2. Filips II veel oorlogen tegelijkertijd voerde: weinig aandacht en geld voor de Nederlanden: zonder geld voor huursoldaten werd er niet gevochten.
  • 3. Nederland kreeg sterke bondgenoten: Engeland & Frankrijk.

Slide 35 - Slide

 De strijd na 1588
  • 4. Maurits volgde in 1585 zijn vermoorde vader op als stadhouder: bestudeerde geschriften uit de oudheid om het leger te verbeteren.

Slide 36 - Slide

 De weg naar vrede
  • Na 1600 veroverden de legers van de Republiek grote delen van Brabant en Limburg: werden nu bestuurd door de Staten-Generaal.
  • Spanje en Nederland raakten oorlogsmoe: tussen 1609-1621 wapenstilstand: handel en welvaart namen toe.
  • Na 1621 weinig veranderingen.

Slide 37 - Slide

De weg naar vrede
  • Pas in 1648 werd de Vrede van Munster gesloten:
  • zuidelijke Nederlanden bleven bij Spanje.
  • Spanje erkende de noordelijke Nederlanden als onafhankelijke staat.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 40 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 41 - Open question

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 1.4 t/m 1.6  lezen en daarna maak je de opdrachten van deze paragrafen die je van je docent hebt doorgekregen.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je deTestJezelfs in SOM maken.

Slide 42 - Slide