Haarlem B1 8 december



De woorden van hoofdstuk 9,
Taak 2 en taak 3

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



De woorden van hoofdstuk 9,
Taak 2 en taak 3

Slide 1 - Slide

De ..................... van het Jeugdjournaal begint elke dag om 19.00 uur.
A
uitzending
B
commercieel
C
voorpagina
D
controle

Slide 2 - Quiz

Je moet de grammaticaregels kennen maar natuurlijk ook ........................
A
aanhouden
B
oppakken
C
voorlezen
D
toepassen

Slide 3 - Quiz

Boven een ......................... brief zet je: "..................... mevrouw of meneer"
A
indirecte, Hallo
B
informele, Hoogachtend
C
officiële, Geachte
D
formele, Lieve

Slide 4 - Quiz

De ..................... leden van de partij willen breken met de traditie.
A
commerciële
B
vierkante
C
progressieve
D
sensatie

Slide 5 - Quiz

Er zijn meer dan vierduizend ........................ aan de avondvierdaagse.
A
opinies
B
deelnemers
C
bekeuring
D
liberaal

Slide 6 - Quiz

In de jaren zestig van de vorige eeuw was er sterke ....................... in Nederland.
A
chaos
B
liberaal
C
conservatief
D
verzuiling

Slide 7 - Quiz

Door de sneeuw en de vorst is het erg ................... geworden.
A
glad
B
tik
C
zonde
D
schandalig

Slide 8 - Quiz

Nederland heeft een ingewikkeld educatie....................
A
dictee
B
opinie
C
systeem
D
zicht

Slide 9 - Quiz

Sommige ouders .................... elke avond ..................... aan hun kinderen.
A
voor leest
B
lezen voor
C
lees voren
D
leest voor

Slide 10 - Quiz

Kijk op je scherm en klik op het icoontje dat ........................ staat.
A
westelijk
B
poging
C
linksboven
D
de dienst

Slide 11 - Quiz

De relatieve bijzin

Slide 12 - Slide

De kleuren, ..................... de bewoners kiezen, zijn erg fel.
A
waarom
B
dat
C
waarmee
D
waarvoor

Slide 13 - Quiz

Ik eet graag in het restaurant, ..................... tegenover de kerk ligt.
A
waarvan
B
waarover
C
dit
D
dat

Slide 14 - Quiz

Je hebt een garagebox nodig, ................... je je auto kan parkeren.
A
waarin
B
waarmet
C
die
D
wie

Slide 15 - Quiz

Borsato, .................. er veel wordt geschreven op sociale media, heeft een nieuwe hit.
A
over wie
B
waarvan
C
van wie
D
die

Slide 16 - Quiz

Het is de vakantie in Griekenland, ................. ik je de foto´s heb laten zien.
A
waardoor
B
die
C
waarvan
D
waar

Slide 17 - Quiz

Ik heb de auto gekocht, waar ik zo lang ................... gespaard heb.
A
waarvoor
B
voor
C
om
D
van

Slide 18 - Quiz

De bus, .................... ik sta te wachten, is altijd te laat.
A
op wie
B
waarop
C
waarvan
D
die

Slide 19 - Quiz

Ik zoek de pen, waar ik zo goed .................. schrijf.
A
met
B
waarmee
C
mee
D
op

Slide 20 - Quiz

Mijn buurman Harry, ..................... ik goed kan opschieten, gaat verhuizen.
A
waarover
B
over
C
met wie
D
met wat

Slide 21 - Quiz