This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
IMPLICATIE
EQUIVALENTIE
Slide 1 - Slide
Hoe "lees" je dit symbool?
⟹
Slide 2 - Open question
Hoe "lees" je dit symbool?
⟺
Slide 3 - Open question
Vul het meest passende symbool in. Ik woon in Lievegem ... Ik woon in België.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 4 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Ik woon in België ... Ik woon in Lievegem.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 5 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Ik doe aan sport ... ik voetbal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 6 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Ze heeft veel humor ... ze is grappig.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 7 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. a is een natuurlijk getal ... a is een geheel getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 8 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. a is een natuurlijk getal ... a is een geheel getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 9 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. a is een natuurlijk getal ... a is een rationaal getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 10 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. x is een natuurlijk getal ... x + 7 is een natuurlijk getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 11 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. a is een positief getal ... a is een natuurlijk getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 12 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. x is groter dan 5 ... x is groter dan 2.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 13 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. x is een even getal ... x is deelbaar door 2.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 14 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. a is een negatief getal ... a is een geheel getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 15 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. x is deelbaar door 3 ... x is een oneven getal.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 16 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een vierhoek is een rechthoek .... een vierhoek is een parallellogram.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 17 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een vierhoek is een parallellogram .... een vierhoek is een ruit.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 18 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een vlakke figuur met 4 hoeken en 4 zijden .... de vlakke figuur is een vierhoek.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 19 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een driehoek heeft een rechte hoek ... de driehoek is een rechthoekige driehoek.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 20 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een getal is deelbaar door 6 ... een getal is deelbaar door 2
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 21 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Twee rechten (in hetzelfde vlak) zijn strikt evenwijdig ... twee rechten (in hetzelfde vlak) hebben geen punten gemeenschappelijk.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 22 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een ruimtefiguur is een cilinder ... de ruimtefiguur heeft een cirkel als grondvlak.
A
⟹
B
⇏
C
⟺
Slide 23 - Quiz
Vul het meest passende symbool in. Een ruimtefiguur heeft een driehoek als grondvlak ... de ruimtefiguur is een piramide.