H2B 10-3 Boekenspeeddate en verwijswoorden

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!

Slide 1 - Slide

timer
15:00
15 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 2 - Slide

Hoe vond je het om je buurman/vrouw zijn/haar boek te lezen?

Praat er 5 minuten met elkaar over. Vraag erover wat je wilt vragen en geef jouw mening zou je dit ook willen lezen, waarom wel of niet.

Slide 3 - Slide

Boekenspeeddate

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Leesplezier bevorderen door met elkaar te praten over verschillende boeken;
  • Kort een boek kunnen presenteren aan elkaar;
  • Een top 3 van boeken samenstellen van de leukste boeken;
  • Voorbereiding voor de toets.

Slide 5 - Slide

Vrijdag 10 maart 2023
1. In de door de docent aangegeven groepjes gaan zitten;
2. Allemaal in je groepje kort (in 2 minuten) je boek aan het groepje presenteren.
3. Samen een top 3 samenstellen;
4. Gezamenlijk een korte presentatie maken en klassikaal geven over jullie beste boek, de nummer 1 van jullie top 3.  

Slide 6 - Slide

timer
7:00

Slide 7 - Slide

Aantekeningen maken

Slide 8 - Slide

Opmerkingen over de boekrapporten, tips voor de volgende keer

  • Zet bij het opslaan ook jouw naam en de naam van het boek in de titel van je document;
  • Begin je naam altijd met een hoofdletter;
  • Let op de lay-out 
  • Vertel de leeftijd van de personages. 
  • De relaties tussen de personages.

Slide 9 - Slide

Gebruik in Word het koppensysteem

Slide 10 - Slide

Zorg dat je binnen de tijd terug bent, anders te laat briefje halen. Geniet van je pauze!
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Aantekeningen maken

Slide 12 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan het juiste verwijswoord gebruiken en herkennen in een zin.

Slide 13 - Slide

Het werkwoord vinden en worden

Schrijf op wat de vervoegingen in de tegenwoordige tijd zijn van het werkwoord vinden en worden:

ik
jij
hij/zij
wij

Slide 14 - Slide

Werkwoord vinden en worden 







Bij jij erachter (in een vraag) is het wel de stam, vind jij, word jij.
ik
vind
Jij
vindt
hij/zij 
vindt
wij
vinden
ik
word
jij
wordt
hij/zij
wordt
wij
worden

Slide 15 - Slide

Hoe activeer je voorkennis?
Door middel van een woordweb.

Maak een woordweb over:

Verwijswoorden
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Verwijswoorden
Verbanden tussen woorden en zinnen kunnen ook aangegeven worden met verwijswoorden.

  • Hij, ze, hem, haar, het, deze, die, dat, dit, wat.

Slide 17 - Slide

Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:






mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze

Slide 18 - Slide

Werken aan opdrachten
Lees
De opdrachten goed.
Maak
Hoofdstuk 3 Taalverzorging/formuleren: Verwijswoorden maak de opdrachten 1 t/m 3
Hoe
In je eigen schrift voor Nederlands, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
30 minuten
Klaar?
Laat je werk zien aan de docent en op de laptop zoeken naar voorbeeldteksten met verwijswoorden. Daarna flexen.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.
timer
30:00

Slide 19 - Slide




Huiswerk



Hoofdstuk 3 Taalverzorging/formuleren: Verwijswoorden maak de opdrachten  1 t/m 3

Slide 20 - Slide