1.2 Doel en Publiek

DOEL EN PUBLIEK
Hoe weet ik wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

DOEL EN PUBLIEK
Hoe weet ik wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Wat weet je aan het einde van deze les?

- Wat wil een schrijver met zijn tekst bereiken?
- Voor wie is een tekst bedoeld?

Slide 2 - Slide

Doel van de tekst
- Wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken?
- Sommige teksten hebben meerdere doelen, maar bijna altijd is één van die doelen het hoofddoel.

Slide 3 - Slide

Ik denk dat ik de 4 tekstdoelen ken
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Niet alle vier

Slide 4 - Quiz

Welke is geen tekstdoel?
A
Informeren
B
Fantaseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 5 - Quiz

Tekstdoelen
  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen of betogen
  • Overhalen of activeren 
  • Amuseren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 8 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 9 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 10 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 11 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 12 - Slide

Publiek
- Voor wie is de tekst bedoeld? Wie leest de tekst?
-  De schrijver past zijn taalgebruik en de stijl van de tekst vaak aan het publiek aan. 

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
1. Een ingezonden brief waarin wordt gesproken over het feit dat ouders hun kinderen beter op moeten voeden. 

Wat is het doel?
Wat is het publiek? Voor wie schrijf je de ingezonden brief?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
1. Een nieuwsbericht over de mogelijkheden om weer te reizen tijdens de corona. 

Wat is het doel?
Wat is het publiek? Voor wie is het nieuwsbericht bedoeld?

Slide 15 - Slide