Herhaling hoofdstuk 2

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herhaling hoofdstuk 2

Wat is aflossen?

1. Een manier om te kunnen werken
2. Je kunt er een huis mee huren
3. Bewaren van een deel van je inkomsten
4. Terugbetalen van geleend geld

Als ik spaar voor een nieuwe laptop, dan spaar ik ...

1. voor een doel
2. uit voorzorg
3. voor de rente

Wat is de formule voor het berekenen van het rente percentage?

1. Rente : totaal x 100%
2. Rente x totaal : 100%
3. Totaal : rente x 100%
4. Totaal x rente : 100%

De                      is een                      bedrag dat je elke

 maand betaalt voor                       en                      van een lening.

vast

rente

maandtermijn

aflossing

vaste lasten

dagelijkse uitgaven

incidentele uitgaven

WAT IS EEN BUDGET?

1. geld wat je te besteden hebt
2. dat zijn onkosten
3. dat is een begroting
4. geld voor oliebollen

Wettige betaalmiddelen: bankbiljetten en munten.

Geld dat mensen op hun betaalrekening hebben.

Drie manieren om geld te gebruiken.

Je koopt of verkoopt goederen of diensten met geld.

Je geeft met geld de waarde van producten aan.

Je geeft een deel van je inkomen niet uit om het later te gebruiken.

Opdracht: Sleep de begrippen naar de juiste plaats.

...................

...................

...................

...................

...................

...................

chartaal geld

giraal geld

geldfuncties

ruilmiddel

rekenmiddel

spaarmiddel

Sparen voor een doel

Sparen voor de rente

Sparen uit voorzorg

Reken de volgende uitgaven om:

€ 75 per week = € … per maand
€ 125 per maand = € … per week

- € 75 x 52 = € 3.900 : 12 = € 325 per maand

- € 125 x 12 = € 1.500 : 52 = € 28,85 per week

Inkomen uit arbeid

Overdrachtsinkomen

Inkomen uit bezit

Loon

Zakgeld

Huur

Je hebt een lening van €5.600. Elke maand betaal jij €380 af. Je doet er 16 maanden over om je lening af te betalen. Hoeveel geld moet je aan kosten lening betalen?

Hoeveel procent is 51 van de 92? Geef je antwoord in hele procenten

De rente op een spaarrekening is hoger dan de rente op een lening.

1. Juist
2. Onjuist

geldfuncties ?

1. rekenmiddel
2. spaarmiddel
3. ruilmiddel
4. alle drie

Hoe reken je om van week naar maand?

1. x 52 ÷ 12
2. x 12 ÷ 52
3. x 4
4. ÷7 x 52

Polis

Premie

Eigen risico

een bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten

het bedrag dat je betaald voor een verzekering

Een deel van de schade die je zelf moet betalen, omdat die niet vergoed wordt door de verzekeraar

Bij een verzekering met een hoog eigen risico betaal je meer/minder premie dan bij een verzekering met een laag eigen risico

1. Minder
2. Meer

Ik wil de rente berekenen van mijn gespaarde geld van € 6.849. De rente is 3%. Hoe reken ik dit uit?

Welke formule is juist om een percentage uit te rekenen?

1. (geheel x deel) : 100
2. (deel x geheel) : 100
3. (geheel : deel) x 100
4. (deel : geheel) x 100

Wat is lenen?

1. geld uit de toekomst nu uitgeven
2. aflossen
3. rente
4. termijnen

Wat is een nadeel van lenen?

1. Je moet de lening terugbetalen.
2. Je moet de lening met rente terugbetalen
3. Beide antwoorden zijn goed.
4. Beide antwoorden zijn fout.

Wat is geen reden om te lenen?

1. Je hebt onverwachts geld nodig
2. Je wilt nu al iets duur hebben
3. Je wilt extra sparen

Wat is een begroting?

1. Overzicht van alle inkomsten en uitgaven van vorige maand.
2. Alle verwachte inkomsten en uitgaven van aankomende maand.
3. Een betalingsbewijs
4. Overzicht hoeveel inkomen je hebt gekregen in een jaar.

Geldbedragen van week naar maand en andersom uitrekenen.
Ik verdien nu €120,- per maand.
Hoeveel is dit per week?

Sparen voor een doel.

Sparen voor rente.

Sparen uit voorzorg.

Een verzekering sluit je af als je kans hebt op ................             

en je wilt dat het vergoed wordt door de verzekering.

Verzekeren is het overnemen van de ..................................                              

van een schade van een verzekerde door een verzekeraar. 

Een  ............................................   noem je ook wel een verzekeringsmaatschappij.

De .................................... is degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar. 

De ............................................. is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.

verzekerde

financiële gevolgen

verzekeraar

premie

schade

Wat is een polis?

1. Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
2. Een bewijsstuk van de verzekering.
3. Een brief voor de belastingdienst
4. Een bewijs van uitbetaling