Biologie Carrousel H4 online les deel 2

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Carrousel stevigheid en beweging les 2

Hoe

Tijdens het carrousel gaan jullie je kennis over het skelet en beweging in een nieuwe situatie gebruiken. Je zult herhaling krijgen van dingen die je al weet. Nieuwe plaatje te zien krijgen, kennis krijgen om te gebruiken in combinatie met wat je al weet en vragen om te beantwoorden. Dit alles om het toepassen en integreren van je kennis te oefenen. 

Je doorloopt in je eigen tempo tijdens de les de LessonUp. En beantwoordt de vragen die je onderweg tegen komt.

Sleep de pijl naar de juiste plek om de enkel of pols aan te wijzen

Spieren

Hiernaast staat een varkenspoot afgebeeld. Met welke kleur worden de handwortelbeentjes aangegeven?

1. Groen
2. Geel
3. Rood
4. Wit

Skelet van andere zoogdieren

Zelfde bouw van skelet

De skeletten van andere dieren zijn niet heel anders

De namen van de botten zijn namelijk hetzelfde, alleen de vorm van een skelet is vaak anders

Andere vorm maar zelfde functie = homologie (niet leren)

In de enkel en pols zitten veel kleine botjes zodat deze veel verschillende kanten op kunnen bewegen

De botten van een vleermuis zijn heel lang. Waar heeft dit mee te maken?

Vleermuis

De extra lange vingers geven een groter oppervlak voor de vleugel, zodat de vleermuis kan vliegen.

Gewrichten

SC gewricht

Op de plekken van de zwarte cirkels in het plaatje hiernaast zit het SC (Sternum-Clavicula) gewricht. Het gewricht tussen het borstbeen en het sleutelbeen.

Sternum= borstbeen, clavicula = sleutelbeen

Schouder/arm vooruit bewegen en schouder/arm omhoog bewegen.

SC gewricht

Het Sternum Clavicula gewricht is groen geleurd in het plaatje hiernaast.

Sternum= borstbeen, clavicula = sleutelbeen

Wist je dat dit gewricht ook uit de kom kan? Mevr Hagen is ervaringsdeskundige.

Leg je wijsvinger en middelvinger van je linkerhand op het rechter SC gewrichten (weet je niet meer waar deze zit? ga dan nog even terug naar de vorige slide). Beweeg nu je rechterarm en schrijf op bij welke bewegingen van je arm je ook beweging in het SC gewricht voelt.

Enkel

Je enkel heeft TWEE gewrichten. Het bovenste spronggewricht en het onderste spronggewricht, die onafhankelijk van elkaar bewegen. Zie het plaatje hiernaast

Wat voor soort gewricht is de enkel?

1. Kogelgewricht
2. Scharniergewricht
3. Rolgewricht

Bovenste spronggewricht

Beweeg je voet bij de enkel eens omhoog en omlaag, dus trek je tenen naar je toe en duw ze van je af.

Je gebruikt nu het BOVENSTE sprongewricht.

Onderste spronggewricht

Beweeg de enkel nu eens van links naar rechts. (op de zijkant van je voet staan)

Je beweegt nu het ONDERSTE spronggewricht.

Spronggewrichten

Met dank aan het dubbele spronggewricht in de enkel kunnen wij op een oneffen ondergrond lopen, omdat de voet in twee verschillende richtingen kan "draaien". 

02:06

Wat is de functie van de triceps in de kippenvleugel?

1. De arm strekken
2. De arm buigen
3. De arm ontspannen
4. De arm ronddraaien

02:21

Leg uit wat antagonisten precies zijn

02:21

Welke spieren zijn antagonisten van elkaar?

--  Hamstrings

--  Triceps

--  Scheenbeen

spier

Dijbeenspier

Teenspier

Biceps

Kuitspier

Nekspier

Blessures

Blessures 

Het soort sportblessure dat iemand oploopt is vaak afhankelijk van de sport die deze persoon beoefend.

Geef bij de volgende sporten aan welk soort blessures je bij de sporters kan verwachten.

(tip, denk hierbij aan eventueel beschermend materiaal/kleding en dergelijke dat gedragen wordt)

Motorcrossers

Hardlopers

Knie

Onze knie heeft al een eigen ingebouwd beschermingsmechanisme. Om het dijbeen en het scheenbeen heen zit een laagje kraakbeen (zoals rondom de uiteinden van ieder bot bij een gewricht).

 In het gewricht zit een extra kussentje van kraakbeen dat de meniscus wordt genoemd. 

Wat is de functie van de meniscus in het kniegewricht?

1. Zorgt ervoor dat het gewricht soepeler kan bewegen
2. Zorgt ervoor dat de knie niet uit de kom kan.
3. Zorgt voor betere beweging doordat de pezen daaraan vast zitten.
4. Zorgt voor minder slijtage doordat het de klacht van de klap bij iedere stap op vangt.

Bij mensen kan je meniscus vinden in de knieën. Leg uit in welke ledematen je bij een paard de meniscus verwacht.

Artrose

Artrose is een blessure aan het kniegewricht dat ontstaan als gevolg van slijtage, bij veel gebruik of verkeerd gebruik van de knie. In het plaatje hiernaast kan je een gezonde knie en eentje met artrose met elkaar vergelijken (de volgende twee vragen gaan over de verschillen tussen deze twee knieën)

Wat is er in de knie met artrose (grotendeels)verdwenen?

1. Het kraakbeen rondom de botten
2. De meniscus
3. Het bot
4. De knieschijf

Artose

Als gevolg van de artrose is een grootdeel van het kraakbeen (zowel het laagje om de botten als de meniscus) verdwenen. het gevolg is dat de botten elkaar raken bij het bewegen, de botten raken daardoor beschadigd en de pijnzintuigen in de botten geven constant pijn aan. 

Bij ernstige gevallen van artrose zal de knie 'vervangen' worden door een kunstknie (zie in het plaatje hiernaast)

Welk deel van een normale knie zie je niet terug in een kunstknie?

Hoe verklein je de kans op het oplopen van een sportblessure?

1. Warming up
2. Cooling down
3. Warming up & cooling down
4. Warming up, cooling down & beschermende middelen dragen

In de afbeelding hiernaast zie je een blessure aan de enkel ontstaan, een verstuikte enkel. Aan welke structuren van de enkel ontstaat bij deze blessure schade?

1. Aan de botten
2. Aan de enkelbanden
3. Aan de spieren
4. Aan de pezen

In de afbeelding hiernaast zie je een blessure aan de enkel ontstaan. Leg uit of deze blessure ontstaat door beweging van het bovenste of het onderste spronggewricht

Verstuiking

Bij een verstuiking ontstaat er schade aan de enkelbanden dat zijn de gewrichtsbanden die de botten van het enkelgewricht op hun plek moeten houden. Deze schade ontstaat doordat de banden te ver worden opgerekt en er scheurtjes in ontstaan.

Al klaar? Test je algemene kennis

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?

1. Sleutelbeen
2. Schouderblad
3. Borstbeen
4. Heupbeen

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?

1. Gewrichten
2. Sleutelverbinding
3. Naadverbinding
4. Kraakbeenverbinding

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?

1. Antagonist
2. Aanhechtingsplaats
3. Pezen
4. Spier

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?

1. Voetganger
2. Zoolganger
3. Topganger
4. Teenganger

Wat vond je van dit carrousel?
Laat het ons weten!