What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 9
Disk 2022 Verliefd zijn en houden van roze
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Disk 2022 Verliefd zijn en houden van roze
Slide 1 - Slide
wel
1)
JA !
Tegenstelling:
wel
waar <-- -> niet waar
zin
: Ik hou
wel
van patat, maar mijn moeder niet
2) een beetje
zin
: Die jurk vind ik
wel
leuk maar de broek vind ik veel mooier.
41
Slide 2 - Slide
weten (ww)
kennis (=knowledge)
werkwoord
ik weet - wij weten
ik wist - wij wisten - geweten
zin:
Weet
u hoe laat het is?
zin
: Nee, dat
weet
ik niet want ik heb geen horloge.
42
Slide 3 - Slide
het winkelcentrum
in het midden van een stad of dorp waar veel winkels zijn
enkelvoud :het winkelcentrum
meervoud: de winkelcentr
a
zin
: In Den Helder is het
winkelcentrum
vlakbij het station.
43
Slide 4 - Slide
het woord
letters die bij elkaar staan
het woord - de woorden
zin
: Deze zin heeft vier
woorden
.
44
Slide 5 - Slide
zacht
1) weinig geluid
2) prettig om te voelen
3) langzaam
tegenstelling:
zacht < --- > hard
zin
: De trui is
zacht
.
zin
: De auto rijdt
zacht
door de straat.
zin:
Praat
zachtjes
met je buurman
45
Slide 6 - Slide
Waar wordt het woord 'wel' goed gebruikt?
41
A
Dat is wel zo!
B
Waarom wel jij dat?
C
Vandaag is het wel dag?
D
Wel je dat potlood even aangeven?
Slide 7 - Quiz
41
Maak een zin met 'wel'.
Slide 8 - Mind map
Waar staat het goede rijtje van het werkwoord 'weten' (TT)?
42
A
ik weet - jij weet - wij weten
B
ik wist - jij weet - wij weten
C
ik weet - jij wist - wij hebben geweten
D
ik weet - jij wist - wij wisten
Slide 9 - Quiz
'Kennis hebben van iets' betekent?
42
A
doen
B
denken
C
verliefd
D
weten
Slide 10 - Quiz
Vanmiddag ga ik shoppen in ...
43
A
stiekem
B
de dag
C
het winkelcentrum
D
de markt
Slide 11 - Quiz
Een gebouw met meerdere winkels bij elkaar noem je?
43
A
de ijssalon
B
de supermarkt
C
de markt
D
het winkelcentrum
Slide 12 - Quiz
Maak een zin met het woord 'woord'.
44
Slide 13 - Open question
Welk ... begint met de letter 'w' en eindigt op de letter 'd'?
44
A
wandeld
B
woord
C
wasbord
D
weegschaald
Slide 14 - Quiz
Niet hard maar ... ?
A
zacht
B
steen
C
kapot
D
uit
Slide 15 - Quiz
Wat is zacht?
Slide 16 - Mind map
More lessons like this
Dag 6
December 2023
- Lesson with
24 slides
NT2
ISK
Dag 9
June 2024
- Lesson with
16 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Dag 6
February 2024
- Lesson with
20 slides
1.2 maatsystemen les 2
August 2020
- Lesson with
10 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Week 47 2 TL Duits
November 2018
- Lesson with
13 slides
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Dag 8
April 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK
Dag 8
August 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK
Dag 8
May 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
ISK