Herhaling les 53, 54, 61 en 62

Les 53
Je leert wanneer een  persoonsvorm eindigt  op een -d, –t of op een –dt 

1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 53
Je leert wanneer een  persoonsvorm eindigt  op een -d, –t of op een –dt 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

_____________ jij de beelden in de tuin?
A
verwoest
B
verwoesd

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Jij _____________ die struik op een mooie plek.
A
plant
B
plandt

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Ik _____________ dat jij de dader bent.
A
vermoedt
B
vermoed

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Ik _____________ alle ruimte van mijn kamer.
A
benut
B
benudt

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

_____________ jij alle tijd die je hebt?
A
benut
B
benudt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vul de goede vorm in:
Wie ___ de nieuwe koning of koningin? (worden)

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in:
Mijn vader ___ de worsten aan op de barbecue. (braden)

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in:
Elke zondag ___ ik me als prinses. (verkleden)

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in:
Een pizzabakker ___ het deeg altijd erg lang. (kneden)

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in:
Papa ___ altijd harder in de auto dan mama. (rijden)

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in:
Heel af en toe ___ ik met de deuren van boosheid (smijten)

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Frans _____________ met zijn vriendin.
A
knuffelt
B
knuffeldt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Jij _____________ altijd voor je beurt.
A
antwoort
B
antwoordt

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kim _____________ de kat van de buren
A
aaid
B
aait

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Fabienne _____________ haar hand aan de verwarming
A
brant
B
brandt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Leo _____________ zijn kat van de pitbull.
A
red
B
redt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Les 54
Je leert onregelmatige werkwoorden schrijven.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

onregelmatige
werkwoorden

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Ik kan dit huiswerk niet maken.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Selma zegt boos: 'Zij hebben het ook niet gedaan!'

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Kim vraagt: 'Mogen we het samen doen?'

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Misschien wil de leraar ons helpen.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de onregelmatige werkwoorden?
Als we geluk hebben, is het straks af.
(Let op het zijn 2 werkwoorden)

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in (hebben)
Leonardo ...... een Oscar gewonnen.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Vul de goede vorm in (willen)
Hij ...... graag op wintersport

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

De dag aanbieding / dagaanbieding is de oudekaaskroket met mosterd.
A
dag aanbieding
B
dagaanbieding

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Op de plattegrond / platte grond kun je zien waar je bent op het festivalterrein
A
plattegrond
B
platte grond

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Voor de derde keer in zijn carrière won de profvoetballer / prof voetballer de trofee
A
profvoetballer
B
prof voetballer

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Alle vliegtuigen bleven aan de grond na het bericht van een bom melding / bommelding
A
bom melding
B
bommelding

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer schrijf je een tussen-n?

Slide 38 - Open question

echt even stilstaan bij het behalen van het lesdoel

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Maak een samenstelling: pan + koek

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Maak een samenstelling met station + borden

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Koel + kast
A
Tussen -s
B
Tussen -er
C
Geen tussenklank

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Ei + dop
A
Tussen -s
B
Tussen -er
C
Geen tussenklank

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Station + straat
A
Tussen -s
B
Tussen -er
C
Geen tussenklank

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Lieveling + soep
A
Tussen -s
B
Tussen -er
C
Geen tussenklank

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions