Ontdek de wereld van bijvoeglijke naamwoorden!

Ontdek de wereld van bijvoeglijke naamwoorden!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ontdek de wereld van bijvoeglijke naamwoorden!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen een bijvoeglijk naamwoord herkennen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord beschrijft een zelfstandig naamwoord.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Voorbeeldzin: De groene appel is lekker.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herken de bijvoeglijke naamwoorden
Welk woord in de zin is een bijvoeglijk naamwoord?
De grote hond rent snel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een persoon, dier, ding of plaats aanduidt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Voorbeeldzin: De kat speelt in de tuin.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Herken de zelfstandige naamwoorden
Welk woord in de zin is een zelfstandig naamwoord?
De auto rijdt snel.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lidwoorden
Een lidwoord geeft aan of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Voorbeeldzin: De hond blaft naar de maan.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Herken de lidwoorden
Welk woord in de zin is een lidwoord?
Het boek ligt op tafel.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.