klas 3: Oefenen voor de GGGT,pers vnw/der/ein gr, met voorzetsels

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

GGGT

Samenvatting en oefenen

Theorie over de 1ste 3de en 4de naamval der- en ein-Gruppe

Woorden bij de Der-Gruppe en de Ein-Gruppe

Voorzetsels 3de en 4de naamval

Keuzevoorzetsels

Naamvallen van het persoonlijk voornaamwoord

Terugverwijzen met een persoonlijk voornaamwoord

Bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de Der- of Ein-Gruppe

Bijvoeglijk naamwoord zonder woord uit de Der- of Ein-Gruppe

Zwakke werkwoorden OVT

Modale werkwoorden OVT

Voltooid deelwoord sterke werkwoorden

VWO: Wederkerend voornaamwoord

VWO: Conjunctief

Grammatica werkboek in TEAMS

Persoonlijke voornaamwoorden

Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel

1ste: onderwerp

3de: meewerkend voorwerp

4de: lijdende voorwerp

Was schenkst du (hun) zu Weihnachten?

Ich habe (jullie) hier noch nie gesehen.

Ich habe es (hem) gestern gesagt.

Hast du noch (met haar) darüber gesprochen?

Soll ich heute aber (naar jou) kommen?

Ich kann nicht (zonder haar)!

Der-Gruppe

Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel

 

1ste: onderwerp

3de: meewerkend voorwerp

4de: lijdende voorwerp

(Dit) Sportgeschäft (o) hat (geen)
Adidas-Schuhe mehr.

(elke) Schwester kauft Schmicke

(sommige) Männer mögen kein Fußball

Der Postbote bringt (deze) Familie (het) Paket

Torsten und Jens fahren mit (de) Fahrrad (o) zur Schule.

Den Kuchen hat sie für (deze) Oma gebacken.

Bitte, setzt dich jetzt endlich auf (de) Sofa (o).

Auf (de) Arm (m) hatte er Sonnenbrand

Ich will lieber nicht auf (de) Wörter reagieren

Ein-Gruppe

Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel

 

1ste: onderwerp

3de: meewerkend voorwerp

4de: lijdende voorwerp

Du hast wieder (jouw ) Tasche vergessen!

Wo wohnt (haar) Onkel? In Berlin

Babette geht zu (haar) Tante ins Krankenhaus

In (zijn) Schule hat Peter über (zijn) Umziehung erzählt

Der Lehrer hatte wenig Kritik an (onze) Vortrag (m)