- Deze voornaamwoorden in de juiste naamval toepassen in een zin
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lernziel
Aan het eind van deze les kan je:
- Persoonlijke voornaamwoorden opnoemen
- Deze voornaamwoorden in de juiste naamval toepassen in een zin
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Mij gaat naar huis
Hem geeft het boek aan zij
Hun eten patat
Mij ga naar huis
Hem geeft het boek aan zij
Ik zie hij
Slide 2 - Slide
Hiermee wil ik laten zien dat de verschillende voornaamwoorden ook in het Nederlands zijn, en dat als deze verkeerd gebruikt worden het heel raar klinkt.
2 belangrijke stappen:
1 = zijn er voorzetsels?
2 = wat is de functie in de zin?
(onderwerp/meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp)
Slide 3 - Slide
Deze slide is om terug te halen dat de naamvallen door 2 zaken bepaalde worden. Daarna beginnen we eerst met punt 1, zodat we dit eerst in het Nederlands kunnen herhalen.
Hij geeft het boek aan haar
haar = ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
Slide 4 - Quiz
Activeren voorkennis en de verschillende zinsdelen herhalen
Ik loop naar huis
Ik = ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend Voorwerp
Slide 5 - Quiz
Activeren voorkennis en de verschillende zinsdelen herhalen
Ik zie hem
hem = ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend Voorwerp
C
Lijdend voorwerp
Slide 6 - Quiz
Activeren voorkennis en de verschillende zinsdelen herhalen
Ich gehe nach Hause = Ik loop naar huis
Ik/Ich = het onderwerp (=functie)
dus = 1ste naamval
persoonlijke voornaamwoorden veranderen naar functie in de zin!
Slide 7 - Slide
De kern van de les. Hier wil ik ze nogmaals door de voornaamwoorden mee nemen en erbij uitleggen dat deze veranderen n.a.v. de functie in de zin.
Ich gehe nach Hause = Ik loop naar huis
Ik/Ich = het onderwerp (=functie)
dus = 1ste naamval
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Ich schenke ihm Blumen = Ik geef (aan) hem bloemen
Ik hoop dat ze met een duidelijk stappen plan meer structuur in de stof zien; voor mij was het ook altijd lastig/onoverzichtelijk. Een stappenplan was voor mij enorm handig.
Voorzetsels bepalen ook de naamval
Slide 15 - Slide
Herhaling van de voorzetsels. Op de slide hiervoor wil ik vragen of de leerlingen al (een aantal) kennen.
Tips!
Mir + Dir > 3 letters > 3de naamval
Mich + Dich > 4 letters > 4de naamval
ihm + ihm > eindigt met M > M heeft 3 poten > 3de naamval
Slide 16 - Slide
Deze tips hebben mij geholpen om een aantal voornaamwoorden uit elkaar te houden, dus ik denk dat dit heel waardevol kan zijn voor de leerlingen.
Habt ihr für (ich) ..... ein Geschenk?
Wir geben (er) .... das Spielzeugauto als Geschenk.
Ich will mit (du) .... sprechen.
Slide 17 - Slide
Dit is nogmaals een check of ze het begrijpen en kunnen toepassen.
Liedje Seeed (Peter Fox)
Wat: Vul de ontbrekende woorden met de juiste naamval in.
Hoe: Luister naar het liedje
Hulp: goed luisteren, of ontleed de zin
Tijd: 5 minuten.
Uitkomst: We bespreken de opdracht aan het eind.
Slide 18 - Slide
Eerst zal ik de tekst uitdelen en even kort laten lezen. Als er moeilijke woorden zijn kunnen we die kort bespreken.
Daarna luisteren we samen naar het liedje, 2x omdat het vrij snel gaat. Tijdens het luisteren vullen de leerlingen de juiste voornaamwoorden en naamvallen in.