This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
lessonup.app
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Ik kan de getallen in het Frans uitschrijven
- Ik ken de theorie over het bezittelijk voornaamwoord
- Ik kan het bezittelijk voornaamwoord op de juiste manier toepassen in een Franse zin
Slide 2 - Slide
We gaan starten met de getallen. Na de woordspin volgen 10 multiple choice vragen.
Hebben jullie de getallen goed geleerd?
A
Bien sur, madame!
B
Euh, non...
Slide 3 - Quiz
Vertaal de volgende getallen: 10, 20, 30, 40, 50, 60
Slide 4 - Mind map
1. Wat is de vertaling van het getal: 33
A
treize
B
trente-trois
C
trois
D
quarante-trois
Slide 5 - Quiz
2. Wat is de vertaling van het getal: 16
A
seize
B
soixante
C
six
D
quarante-six
Slide 6 - Quiz
3. Wat is de vertaling van het getal: 49
A
trente-neuf
B
dix-neuf
C
quarante-neuf
D
vingt-neuf
Slide 7 - Quiz
4. Wat is de vertaling van het getal: 51
A
cinquante et un
B
quinze
C
trente-sept
D
dix-huit
Slide 8 - Quiz
5. Wat is de vertaling van het getal: 63
A
soixante-trois
B
trente-six
C
treize
D
seize
Slide 9 - Quiz
6. Wat is de vertaling van het getal: 44
A
quatre
B
quatorze
C
quarante
D
quarante-quatre
Slide 10 - Quiz
7. Wat is de vertaling van het getal: 12
A
dix-neuf
B
dix-deux
C
douze
D
vingt-deux
Slide 11 - Quiz
8. Wat is de vertaling van het getal: 25
A
vingt-cinq
B
vingt-sept
C
quinze
D
cinquante-deux
Slide 12 - Quiz
9. Wat is de vertaling van het getal: 54
A
vingt-cinq
B
quarante-cinq
C
cinquante-quatre
D
soixante-quatre
Slide 13 - Quiz
10. Wat is de vertaling van het getal: 69
A
dix-neuf
B
soixante-neuf
C
cinquante-neuf
D
vingt-neuf
Slide 14 - Quiz
Klassikale instructie
Wat word er van mij verwacht?
- Je bent aanspreekbaar als de docent je een vraag stelt.
- Je maakt aantekeningen. Zorg dat deze bij je andere aantekeningen van Frans komen te staan.
- Je steekt je handje op als je een vraag hebt.
- Je doet actief mee!
Slide 15 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord (blz 124 & blz 131 uit je boek)
1. Leg in je eigen woorden in het Nederlands uit wat de functie van het bezittelijk voornaamwoord is.
2. Als een boek van Pieter is, hoe geef ik dan met een bezittelijk voornaamwoord aan dat het boek van Pieter is?
3. Als het boek van Maria is, hoe geef ik dan met een bezittelijk voornaamwoord aan dat het boek van Maria is?
4. Wat maakt welk bezittelijk voornaamwoord we moeten gebruiken?
Slide 16 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord (blz 124 & blz 131 uit je boek)
1. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
2. Als een boek van Pieter is, dan zeggen we: Het is zijn boek.
3. Als het boek van Maria is, dan zeggen we: Het is haar boek.
4. Als het boek van een jongen is, gebruiken we zijn. Als het boek van een meisje is, gebruiken we haar. Dus: je kijkt naar het geslacht van de bezitter (Nederlands)
Slide 17 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord (blz 124 & blz 131 uit je boek)
In het Frans is dit anders.
Je kijkt niet naar het geslacht van de bezitter, maar je kijkt naar het geslacht van het bezit. Niet letterlijk, maar je kijkt of het een le/la/les-woord is.
Daarbij hoort het volgende schema
Slide 18 - Slide
Wat is de vertaling van: de leraar?
Is dat een le/la/les- woord?
Hoe vertaal je dan: mijn leraar?
Slide 19 - Slide
Het juiste antwoord is: mon prof.
Je kiest voor mon, omdat le prof een mannelijk woord is.
Slide 20 - Slide
Wat is de vertaling van: het etui?
Is dat een le/la/les- woord?
Hoe vertaal je dan: zijn etui?
Slide 21 - Slide
Het juiste antwoord is: sa trousse.
Je kiest voor sa, omdat la trousse een vrouwelijk woord is.
Slide 22 - Slide
Let op:
Vrouwelijke woorden die beginnen met een klinker of een H, krijgen in het enkelvoud altijd de mannelijke vorm.
Voorbeeld:
L'école v = de school
Mon école = mijn school
Het is een vrouwelijk woord, dus je zou eigenlijk ma moeten gebruiken. Waarom kan dat niet?
Slide 23 - Slide
Klinkerbotsing!
Slide 24 - Slide
Les devoirs
Leren (apprendre): - vocabulaire A, B, E, F & G - de getallen t/m 69