§ 10-Engelse werkwoorden

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je hoe je Engelse werkwoorden kunt spellen


Slide 2 - Slide

§7 Persoonsvorm-TT
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse werkwoorden.

Slide 3 - Slide

§7 Persoonsvorm-TT
Zo spel je Engelse werkwoorden

De ik-vorm tt van een Engels werkwoord maak je meestal door en van het werkwoord af te halen: speechen – speech; rugbyen – rugby. 


Als het voor de juiste uitspraak nodig is, blijft de e staan: timen – time; liken – like.

Slide 4 - Slide

§7 Persoonsvorm-TT
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker: flossen – flos, tenzij de dubbele medeklinker nodig is voor de juiste uitspraak: paintballen – paintball.

Slide 5 - Slide

§7 Persoonsvorm-TT
Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je dus ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p.

Bekijk de voorbeelden op blz. 260 in je boek

Slide 6 - Slide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 7 - Slide

H2E-2022

Slide 8 - Slide

H2F

Slide 9 - Slide

Aan de slag

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

§7 Persoonsvorm-TT
Maken:
Cursus 7-
§ 10 Engelse werkwoorden
blz. 260-261
opdr. 1 t/m 5

Staat er: vul in, markeer, omcirkel, dan mag je ALLEEN MET POTLOOD werken in je boek

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

§7 Persoonsvorm-TT


Opdracht 1 ( mag in je boek, maar alleen met potlood!)

Opdracht 2 t/m 4 in je schrift

Als er staat: neem de zinnen over, dan NEEM JE DE ZINNEN OVER!

Slide 14 - Slide

§7 Persoonsvorm-TT
Tekst

Slide 15 - Slide