This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Engelse werkwoorden
2vwo
Cursus 7 - Spelling - § 10
Slide 1 - Slide
Welke Engelse werkwoorden ken je?
Slide 2 - Open question
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen.
We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse werkwoorden.
Slide 3 - Slide
Zo spel je Engelse werkwoorden
De ik-vorm tt van een Engels werkwoord maak je meestal door en van het werkwoord af te halen: speechen – speech; rugbyen – rugby. Als het voor de juiste uitspraak nodig is, blijft de e staan: timen – time; liken – like.
Slide 4 - Slide
Zo spel je Engelse werkwoorden
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker: flossen – flos, tenzij de dubbele medeklinker nodig is voor de juiste uitspraak: paintballen – paintball.
Slide 5 - Slide
Zo spel je Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je dus ’t (e) x - f(o) k s ch (aa) p.
Slide 6 - Slide
Voorbeelden met 'ik' en 'hij':
Slide 7 - Slide
Dus: begin altijd met de ik-vorm...!!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Engelse werkwoorden hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 10 - Quiz
Engelse werkwoorden hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 11 - Quiz
Engelse werkwoorden hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 12 - Quiz
Engelse werkwoorden hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 13 - Quiz
Engelse werkwoorden hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 14 - Quiz
Mijn vader (downloaden, tt) elke dag een paar nieuwe liedjes
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde
Slide 15 - Quiz
De journalist (interviewen, tt) mij voor de derde keer.
A
interviewt
B
intervieuwt
C
interviewd
D
interviewdde
Slide 16 - Quiz
Jason (barbecueën, tt) het liefst in de achtertuin van zijn huis.
A
barbecued
B
barbecuedt
C
barbecuet
D
barbecuette
Slide 17 - Quiz
Op die gladde weg (skate, tt) mijn vriendje het liefst.
A
skatet
B
skate
C
skated
Slide 18 - Quiz
Romy en Marie (racen, vt) op hun fiets door de straat
A
raceten
B
racetten
C
raceden
Slide 19 - Quiz
Tijdens de marathon (finishen, vt) Anniek en Irma tegelijk.
A
finishden
B
finishten
C
finishtten
Slide 20 - Quiz
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. De docent Nederlands ..... (streamen) de interessante documentaire over de prijswinnende schrijver.
Slide 21 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. Geoffry ..... (mailen) de tickets voor het festival naar zijn vriendin.
Slide 22 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. Onze buren .... (showen) hun pas gekochte camper aan mijn ouders.
Slide 23 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. Thomas ..... (babysitten) gisteren op zijn zes jaar jongere broertje.
Slide 24 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. Tijdens de vakantie ..... (mountainbiken) Nelson en Chris het liefst elke dag.
Slide 25 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. Voor de dansvoorstelling van vorig jaar ........ (bodypainten) ik mijn benen helemaal met goudverf.
Slide 26 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. De website zag er heel betrouwbaar uit, maar hij bleek ........ (faken)(voltooid dw) door een onbetrouwbare handelaar.
Slide 27 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm. Kies indien mogelijk tt. Normaal .... (snoozen) Lisanne voor ze uit bed komt, maar in de toetsweek niet.
Slide 28 - Open question
Lekker geoefend?
Ga dan nu op je laptop naar de digitale methode van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik heb klaar gezet in de planning.