4.2 De macht van koningen deel 1

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
-Herhaling
-Uitleg
-Aan de slag in groepjes
-Vragen bespreken


Slide 2 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Slide

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
E gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 4 - Quiz

In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Een schout is...
A
een edelman
B
een burgemeester
C
een burger
D
een inwoner van een stad

Slide 6 - Quiz

Nederland bestond rond 1300 uit:
A
delen
B
provincies
C
gewesten

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat veranderde rond het jaar 1300 als je kijkt naar de macht in een land?
A
Steeds meer edelen namen de macht over van de koning.
B
Koningen huurden eigen ridders en kregen daardoor meer macht.
C
Ridders kregen meer te zeggen en werden machtiger.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Paleis- Parijs

Slide 17 - Slide

Vanuit dit paleis werd het hele rijk bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
koningschap
D
gewesten

Slide 18 - Quiz

 inspraak
Burgers in de steden wisten dat ze belangrijk waren voor de koning. Ze wilden meer dan alleen stadsrechten. Ze wilden inspraak. Dit betekent dat ze hun mening wilden geven als de koning een besluit nam.

Slide 19 - Slide

Burgers wilden inspraak hebben. Wie mochten al advies geven aan de koning? Er zijn er 2 goed.
A
adel
B
horigen
C
geestelijken
D
boeren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

En nu... in Nederland

Hoeveel macht heeft onze Koning?

Slide 22 - Slide

Wat weet je nog?
4 vragen. 
Hoeveel heb je er goed?

Slide 23 - Slide

De koningen werden steeds rijker door:
A
belastinggeld innen
B
staatsvorming
C
kado's

Slide 24 - Quiz

De koningen bestuurden hun land vanuit hun:
A
kasteel
B
paleis
C
dorp

Slide 25 - Quiz

Een land als eenheid besturen noemen we:
A
centralisatie
B
staatsvorming

Slide 26 - Quiz

Het land besturen vanaf één plek noemen we:
A
staatsvorming
B
centralisatie
C
bestuur

Slide 27 - Quiz

Hoeveel vragen had je goed?
A
0-1
B
2-3
C
3-4

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Maken:
Opdracht 1 t/m 4 op blz. 140 - 142 
of online

Oefen je begrippen van §2 in Quizlet  

Slide 30 - Slide