23/5 LnA1 Dieren

Welkom!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

voorstellen
Ik ben mevrouw Stolk.
Ik ben docent. 

Slide 2 - Slide

voorlezen en vertellen. 
 lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

dieren in het park
eend (batta) 
zwaan (busjatan)
gans (oeza)
pauw (altawoezoe)

Slide 5 - Slide

Welke insecten(alhasharat) ken je?

Slide 6 - Slide

insecten (alhasharat)
vlinder (farasha)
vlieg (zoebaba)
mug (albaoedoe)
bij (nagla)
wesp (daboeroe)
spin (ainkaboet)
mier (namla)

Slide 7 - Slide

Huisdieren
kat  (qita, bise)      
hond  (kelb)                  
konijn (arnab)
kip (farkha)
cavia (khinzir ghinia)
vis (samak)
muis (farah) 

Slide 8 - Slide

boerderijdieren
koe (baqara)
geit (maeaza)
schaap (Ranam)
paard (hisan)
pony (mahr)
ezel (hamar)
varken (ginzir)

Slide 9 - Slide

wilde dieren
olifant  (fil)                   
aap  (qird)                       
giraffe (zarafantan)
tijger (namir)
leeuw (asad)
slang (thueban)
krokodil (timsah)

Slide 10 - Slide

Welke dieren zijn gevaarlijk?
Gevaarlijk (gatir) =je moet er bang (qalaq) voor zijn
ongevaarlijk=je hoeft niet bang te zijn

Slide 11 - Slide

Geluiden van dieren
Welk geluid maakt het dier?
Een koe.....
Een schaap....
Een paard...
Een poes.....
Een hond....
Een eend....

Slide 12 - Slide

Geluiden (asawat) van dieren
Welk geluid maakt het dier?
Een koe loeit.
Een schaap blaat.
Een paard hinnikt.
Een poes miauwt.
Een hond blaft.
Een eend kwaakt.

Slide 13 - Slide

werkboeken
  • werken uit werkboeken

Slide 14 - Slide

Wachten op Marissa

Slide 15 - Slide

Dieren: welke dieren ken jij?

Slide 16 - Slide

Wilde dieren

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

nieuwe leerling(en)
Ammar
Edib
Ahmed

Slide 19 - Slide

voorstellen
Ik ben.................
Ik kom uit.....................
Ik woon in....................
Ik hou van....................

Slide 20 - Slide

nog meer voorstellen

Met wie woon jij? Ik woon met ..............................
Hoe lang woon jij in Nederland? In Nederland woon ik...
Wat vind jij leuk in Nederland? 
Wat heb jij in de vakantie gedaan? In de vakantie heb ik................


Slide 21 - Slide