2Aa Grammatica H1: WKD - WKG (dinsdag 28-11)

Welkom 2Aa!

Pak alvast je schrift en een pen erbij.

Wat gaan we vandaag doen?
- Grammatica: WKD - WKG
- Zelfstandig werken
- Afsluiten










1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 2Aa!

Pak alvast je schrift en een pen erbij.

Wat gaan we vandaag doen?
- Grammatica: WKD - WKG
- Zelfstandig werken
- Afsluiten










Slide 1 - Slide

Mededelingen en planning
De komende periode:

  • Werken we aan Grammatica, wordt afgesloten met formatieve toets
  • Vergeet niet een nieuw boek/titel door te geven vóór 1 december!
  • Nieuwe fictieopdracht: boekenpitch in groepjes (in de week van 8-12 januari)

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
Het huiswerk was:

H1 Woordenschat: Vergelijkingen, metaforen en personificatie
Je maakt de startopdracht
Je bestudeert de theorie in het boek
Je bekijkt eventueel het uitlegfilmpje online in NieuwNederlands
Je maakt de opdrachten 1 t/m 6

Slide 3 - Slide

Terugblik
Wat is een vergelijking? 
Wat is een metafoor?
Wat is een personificatie?

Noem ook een voorbeeld!

Slide 4 - Slide

Namenrad 2023/2024
1HAa
1HAb
1THc
2Aa
2HAa
2HAc
2THb

Slide 5 - Slide

Terugblik naar vorige les...
Welke vind je nog lastig?

  • lw 
  • zn 
  • bn 
  • psv 
  • bzv 
Woordsoorten - De Brug
  • zww, hww en kww
  • avw 
  • vrv 
  • ovw 
  • vz 
  • bw

Slide 6 - Slide

Doelen van deze les
Vandaag:


 - Je leert over wederkerende en wederkerige voornaamwoorden.


- Je kunt/weet wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen.

Slide 7 - Slide

Onthouden!
Er is in het Nederlands maar één wederkerig voornaamwoord (wedig.vnw):

Elkaar
(soms geschreven als mekaar of elkander)

Slide 8 - Slide

Probeer eens in te vullen:
Kijk eens naar de volgende zinnen:
Ik vergis ...
U vergist ...
Jullie vergissen ... 
Zij / Ze verslikken ...
Wij / We verslikken ...
Wat komt er op de ... ?

Slide 9 - Slide

Wat gebeurt er?

Ik vergis me
U vergist zich
Jullie vergissen je 
Zij / Ze verslikken zich
Wij / We verslikken ons


Slide 10 - Slide

Wat gebeurt er?

Ik vergis me
U vergist zich
Wij / We verslikken ons

We zien het onderwerp 'wederkeren' in het wederkerend voornaamwoord.

Slide 11 - Slide

Ook onthouden:
Wederkerende voornaamwoorden mezelf, jezelf, zichzelf en onszelf alleen bij toevallig wederkerend werkwoorden en niet bij verplicht wederkerend werkwoorden.

Janny wast zichzelf altijd met badschuim (toevallig).
Ik vergiste *mezelf bij het uitrekenen van die som (verplicht).


Slide 12 - Slide

Nog meer onthouden:
Let op: Zich is altijd wederkerend voornaamwoord!

Me, je en ons kan ook persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord zijn > dit kun je checken door ze te vervangen!

Vervangen door hij of hem? > Persoonlijk voornaamwoord
Vervangen door zijn? > Bezittelijk voornaamwoord
Vervangen door zich? > Wederkerend voornaamwoord


Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Me,je en ons kan ook persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord zijn > dit kun je checken door ze te vervangen!

Vervangen door hij of hem? > Persoonlijk voornaamwoord
Hij vertelde ons een groot geheim.

Vervangen door zijn? > Bezittelijk voornaamwoord
Heb je je auto geparkeerd?

Vervangen door zich? > Wederkerend voornaamwoord


Slide 14 - Slide

Voorbeeld

– Voor je (1) afkomst hoef je (2) je (3) niet te schamen.

– Voor zijn (1) afkomst hoeft hij (2) zich (3) niet te schamen.

‘Je (1)’ wordt ‘zijn’ en is dus bezittelijk voornaamwoord.
‘Je (2)’ wordt ‘hij’ en is dus persoonlijk voornaamwoord.
‘Je (3)’ wordt ‘zich’ en is dus wederkerend voornaamwoord.


Slide 15 - Slide

Opdracht
Maak zelfstandig de oefening op papier 

Ben je klaar? Maak dan alvast het volgende huiswerk (online):

H1 Grammatica/woordsoorten (wederkerende en wederkerige voornaamwoorden)
Maak de startopdracht. Lees de theorie en bekijk het uitlegfilmpje in NieuwNederlands. Daarna maak je de opdrachten 1 en 2 + nog 1 volgende opdracht







timer
5:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Huiswerkopdrachten deze week:

  • De Brug, opdrachten 1 t/m 5

  • H1 Grammatica/woordsoorten (wederkerende en wederkerige voornaamwoorden)
           Maak de startopdracht. Lees de theorie en bekijk het uitlegfilmpje in NieuwNederlands. Daarna maak je de opdrachten 1 en 2 + nog 1 volgende opdracht

  • H2 Grammatica/woordsoorten (werkwoordstijden)
           Maak de startopdracht. Lees de theorie en bekijk het uitlegfilmpje in NieuwNederlands. Daarna maak je de opdrachten 1 en 2 + nog 1 volgende opdracht







Slide 18 - Slide

Aan de slag
Wat
• Lees de theorie op blz 42
• Maken: 1, 2 en 4 (in je schrift)

Hoe
Eerste 10 minuten individueel, in stilte.
Als de timer afgelopen is mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Hulp nodig?
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs


Klaar?
Dan ga je aan de slag met de eindopdracht voor Windkracht 12


timer
10:00

Slide 19 - Slide

Afsluiten

Lesdoelen gehaald?

Wat is het verschil tussen een vergelijking, metafoor en personificatie?





Huiswerk opdrachten:
Staan in Magister






Volgende week:


Slide 20 - Slide