lichaamstemperatuur & infectieziekten

Lesdoelen
  • de student heeft kennis gemaakt met de leerstof over afweer
  • de student heeft zelf geoefend met het verwerken van de leerstof over afweer 
1 / 42
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • de student heeft kennis gemaakt met de leerstof over afweer
  • de student heeft zelf geoefend met het verwerken van de leerstof over afweer 

Slide 1 - Slide

Kennischeck
Wat weten jullie van de 1e les?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Lichaamstemperatuur
  • kerntemperatuur
  • schiltemperatuur 
  • warmtebalans

Slide 4 - Slide

Waarneming lichaamstemperatuur
  • hypothalamus: warmte regulerend centrum: Toon
  1. slagaderlijk bloed
  2. huidsensoren 

Slide 5 - Slide

Warmte regulatie bij koude
  • kippenvel: isolerende luchtlaag
  • vasoconstrictie 
  • hypothalamus stimuleert bijnier (adrenaline) en schilklier (thyroxine): snellere stofwisseling
  • rillen & klappertanden
  • stopzetten van zweet secretie

Slide 6 - Slide

Warmte regulatie bij warmte
  • vasodilatatie
  •  toename zweetproductie
  • stofwisseling neemt af

Slide 7 - Slide

Meten van je lichaamstemperatuur
  • rectaal
  • oraal: +0,3
  • axillair: 0,5-1
  •  oor: weinig afwijking mits: schone gehoorgang en sensor richting trommelvlies

Slide 8 - Slide

Wat is normaal?
  • 36,5-37,5: normaal
  • 37,5-38,0: subfebriel
  • >38,0-41,0: koorts
  • <35,0: hypothermie
  • >41,0: hyperthermie
  • >42,0: levensbedreigend
  • <28,0: levensbedreigend

Slide 9 - Slide

Koorts
gunstig: remt groei ziekteverwekkers en versnelt fagocytose en weefselherstel
Wanneer >41,0 dan verdwijnt de gunstige invloed van de koorts.
Koortsverwekkende stoffen/ pyrogenen:
  • toxinen van bacteriën
  • bepaalde virussen
  • stoffen die vrijkomen bij weefselbeschadiging
  • eiwitten die gevormd worden door leukocyten

Slide 10 - Slide

Wat zijn verschijnselen van koorts?

Slide 11 - Open question

Koorst
  • intermitterend: ochtend temp normaal, middag minimaal 1 graad hoger. Bijv bij een abces
  • remitterend: verschil tussen ochtend en middag minstens 1 graag en middag minstens boven 38. Bijv Q koorts
  • continue: hele dag boven 38, maar varieert niet meer dan 1 graad. Bijv longontsteking
  • typus inversus: ochtend koorts en middag normale temp, bijv tuberculose

Slide 12 - Slide

  • kritische temperatuursverandering: snelle daling of stijging
  • lytische temperatuursverandering: temperatuur daalt geleidelijk 

Slide 13 - Slide

Hyperthermie
oorzaken
  • intern: medicatie, drugs
  • extern, zon, dikke kleding
complicaties
  • delier
  • convulsies
  • coma

Slide 14 - Slide

behandeling
  • oorzaak wegnemen
  • drinken
  • koelen liezen, hals

Slide 15 - Slide

hypothermie
oorzaken
  • intern: pasgeborenen, geneesmiddelen, alcohol gebruik
  • extern:  koude omstandigheden, therapeutisch
complicaties
  • schade aan weefsel
  • overlijden

Slide 16 - Slide

behandeling
  • warme dekens, matras, etc
  • aluminium deken
  • warm drinken

Slide 17 - Slide

Infectie ziekten
  • besmetting
  • incubatietijd: afhankelijk van groei snelheid en port d'entree
  • infectie 

Slide 18 - Slide

Port d'entree
  • cutaan
  • aerogeen
  • enteraal
  • genitaal
  • hematogeen 

Slide 19 - Slide

Cutaan
klein wondje of opening van haarzakje, talg- of zweetklier
1e afweer linie is met een wond doorbroken en geeft daarmee geen bescherming meer.

erysipelas =wondroos, hemolytische streptococcen groep A

Slide 20 - Slide

Aerogeen
druppelinfecties

bijvoorbeeld, TBC, griep, corona

Slide 21 - Slide

Enteraal
eten en drinken van besmet voedsel, ziekteverwekkers (bijvoorbeeld salmonella) komen terecht in het slijmvlies van het maag darm stelsel, van daaruit dringen ze het lichaam binnen of veroorzaken een infectie aan de wand.
toxines verspreiden via het bloed: dit maakt het lichaam verder ziek Bijvoorbeeld bij tyfus.
Andere voorbeelden zijn hepatitis A & amoebedysenterie 

Slide 22 - Slide

Hematogeen
direct contact van de ziekteverwekker met de bloedbaan.
  • door direct contact met het bloed van de drager van de ziekteverwekker, hepatitis B en HIV
  • via de placenta zoals bijvoorbeeld bij toxoplasmose, CMV, hepatitis B en HIV

Slide 23 - Slide

Genitaal
de ziekteverwekker komt het lichaam binnen via de slijmvliezen van de geslachtsorganen.
meestal middels seksueel contact
soms alleen op de plek van de besmetting, maar er kan ook uitbreiding naar andere organen plaatsvinden
STD: chlamydia, gonorroe, herpes genitalis

Slide 24 - Slide

Ontstaan van een infectie
Afhankelijk van:
  • het aantal ziekteverwekkers in of op het lichaam
  • de aanvalskracht (virulentie) van de ziekteverwekkers
  • de weerstand van het lichaam

Slide 25 - Slide

Soorten infecties
  • primaire infectie: direct het gevolg van een binnengedrongen micro organisme
  • secundaire infectie: ontstaan door tussenkomst van iets anders.  besmet wondverband
  • superinfectie: een infectie door een ander micro organisme in een deel van het lichaam waar al een infectie is door een micro organisme. (virus 1, bacterie 2) longonsteking
  • kruisinfectie: het overbrengen van een infectie  van de ene op de andere persoon door direct of indirect contact 
  • opportunistische infectie: een infectie die alleen optreedt bij een onvoldoende werkend immunologisch systeem AIDS, post transplantatie

Slide 26 - Slide

Soorten ziekteverwekkers
dierlijk
plantaardig

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Onderzoek bij infecties
lichamelijk onderzoek
bloedonderzoek
  • BSE: bezinking van erytrocyten
  • CRP: c-reactief proteïne
  • leukocyten + typering
  • serologisch onderzoek: antistoffen bepaling
  • moleculair onderzoek: erfelijk materiaal ziekteverwekkers

Slide 30 - Slide

microbiologisch laboratorium:
  • lichaamsvloeistoffen
  • ontlasting
  • biopten
  • infectie materiaal
direct preparaat, kweek of KOH preparaat (schimmel)
steriel afnemen

Slide 31 - Slide

preparaat
op een leeg glaasje: kleuring volgens Gram, check op kleur en rangschikking
kweek
op voedingsbodem
virus op levende voedingsbodem zoals eidooier
resistentie bepaling

Slide 32 - Slide

Herpes virussen
wat is hier bijzonder aan en welke zijn er?

Slide 33 - Slide

Lymfangitis & lymfadenitis
  • Lymfangitis: lymfebaanontsteking
  • lymfadenitis: lymfeklierontsteking 

Slide 34 - Slide

Bacteriëmie & sepsis
  • bacteriëmie: bacteriën in de bloedbaan
  • metastatische abcessen: worden veroorzaakt door bacteriën die in meerdere weefsel infecties veroorzaken 
  • sepsis: bacteriën die zich vermenigvuldigen in het bloed: levensbedreigend
  1. ernstig ziektegevoel
  2. hoge koorts met koude rillingen
  3. warme klamme huid
  4. hevige dorst
  5. droge slijmvliezen
  6. suf worden
  7. (septische) shock

Slide 35 - Slide

Behandeling van infectieziekten
  • bacteriën: antibiotica. NB resistentie!
  • virussen: anti virale middelen of virostatica 
  • schimmels: antimycoticum, dieet: welk?

Slide 36 - Slide

Preventie van infectieziekten
  • persoonlijke hygiëne
  • huishoudelijk schoonmaken
  • desinfecteren
  1. chemisch
  2. thermisch
  • sterilisatie 
  1. stoom via een autoclaaf: kleding, verbandstoffen, instrumenten
  2. straling: gammastraling, katheters, chirurgische handschoenen
  3. gassen/dampen
  4. plasma
  • isolatie verpleging/ omgekeerde isolatie
  • vaccinatie

Slide 37 - Slide

Epidemiologie
de wetenschap die zich bezighoudt met de herkomst, oorzaken, frequentie en verspreiding van zieken onder de bevolking

Niet te  verwarren met etiologie: de leer van de oorzaken. Etiologische factoren zijn dus factoren die het gezondheidsprobleem veroorzaken.

Slide 38 - Slide

Meldingplichtige ziekten
Waarom, wanneer, door wie, hoe weet je wat geldt in jouw instelling?
zie blz 95 van je pathologie boek

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide