1. Bekijk de tekst
Kijk naar de titel
Kijk naar de foto's en plaatjes bij de tekst (illustraties)
Kijk naar de titels die boven tekstgedeeltes staan. De titels noem je tussenkopjes.
Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn (vet, schuin, GROOT of gekleurd)
2. Lees het eerste stukje (de eerste alinea van de tekst. Vaak is dat vetgedrukt.
3. Geef antwoord op de vraag waarover gaat de tekst.