Voorkennis:De leerling kan benoemen wanneer je spreekt over een vergroting
De leerling kent het begrip factor (hfst 4)
Doelen:
De leerling kan de maten van een vergroting berekenen.
De leerling kan de factor van een vergroting berekenen
De leerling kent de begrippen origineel en beeld
De leerling kan rekenen met factoren tussen de 0 en 1