Herhaling 6.1 6.2 6.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Periode 3

Wat gaan we vandaag doen?

> Paragraaf 6.1 en 6.2

 >Opdrachten maken in de klas

> Huiswerk maken voor de volgende les!

Leerdoelen van de les

• Vergrotingsfactor benoemen
  
• Rekenen met vergrotingsfactor
• Hoe je moet verkleinen 

Vergroten of verkleinen? 

Vergroting

Vergroting

vergrotingsfactor

origineel                 beeld

vergrotingsfactor > 1              vergroting

vergrotingsfactor < 1              verkleining

Vergrotingsfactor

 vergrotingsfactor = beeld : origineel

Wat is de vergrotingsfactor ?

1. 6 : 3 = 2
2. 3: 6 = 0,5

Vergrotingsfactor =

1. lengte beeld : lengte origineel
2. lengte origineel : lengte beeld

De vergrotingsfactor is ...

1. 16
2. 0,625
3. 1,6
4. 6,25

Dit is een verkleining van foto A naar B. Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

1. lengte beeld : lengte origineel
2. lengte origineel : lengte beeld

Van een foto van twee watervogels maak ik een verkleining. Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1,78
2. 0,56
3. 35000
4. Deze kun je niet uitrekenen. Er is te weinig informatie

01:28

Welke hoek hoort er bij hoek A?

1. hoek K
2. Hoek L
3. hoek M

01:56

Welk teken gebruik je om aan te geven dat driehoeken gelijkvormig zijn?

1. ~
2. =
3. X
4. :

Rekenen met gelijkzijdige driehoeken

1. Noteer welke hoeken gelijkvormig zijn en gebruik hiervoor de juiste notatie.
2. Maak een tabel en zet de zijden op de juiste plek.
3. Vul de bekende zijden in.
4. Bereken de onbekende zijden door te delen of te vermenigvuldigen met de vergrotingsfactor.

Berekenen gelijkvormige driehoeken

Bereken de lengte van de zijden PR en QR.

1. Noteer welke hoeken gelijkvormig zijn en gebruik hiervoor de juiste notatie.

2. Maak een tabel en zet de zijden op de juiste plek.

3. Vul de bekende zijden in.

4. Bereken de onbekende zijden door te delen of te vermenigvuldigen met de vergrotingsfactor.

MAAK IN JE SCHRIFT / OVERLEG MET JE BUURMAN/-VROUW

Vergrotingen - drie formules

lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

oppervlakte beeld = vergrotingsfactor2 x oppervlakte origineel

inhoud beeld = vergrotingsfactor3 x inhoud origineel

Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?

1. Vergrotingsfactor x oppervlakte
2. Vergrotingsfactor³ x oppervlakte origineel
3. Vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel
4. Vergrotingsfactor²

Als ik een foto met de factor 3 vergroot, wordt de oppervlakte....

1. 3 keer zo groot
2. 9 keer zo groot
3. 27 keer zo groot
4. 6 keer zo groot

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting.

1. 4² x 10 =160
2. 4 x 10 =40

Wat ga je nu maken?

Voorkennis bladzijde 56 opgave 1 t/m 3

6.1 bladzijde 59-60 opgave 2 t/m 6

bladzijde 62-63 opgave 8 t/m 11

6.2 bladzijde 71 opgave 27 t/m 32

Je kan hier mee aan de slag!

Heb je het al af? Dan maak je gemengde opgaven. 

Je werkt in 2-tallen en overleg tussenbeide mag.....