This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Methodisch werken
Slide 1 - Slide
Doelen
Je kunt 2 kenmerken van methodisch begeleiden benoemen.
Je kunt uitleggen waaraan een smartdoel moet voldoen
Je kunt een voorbeeld geven van een smartdoel
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Schrijf jouw persoonlijk doel voor dit jaar op. ( jouw voornemen)
Slide 4 - Open question
Methodisch begeleiden
Slide 5 - Slide
Lees opdracht
boek methodisch begeleiden
pag ......
aandachtig lezen...
tot over 10 minuten
Slide 6 - Slide
methodisch begeleiden... waar denk je aan
Slide 7 - Mind map
Waarom methodisch handelen? Wat levert het op?
Slide 8 - Open question
Kenmerken methodisch handelen
Je handelen is doelgericht
Je handelen is systematisch
Je handelen is procesmatig
Je handelen is bewust
Slide 9 - Slide
Voordelen
beter vooruitkijken, meer controle en minder kans op fouten
inzichtelijker
handelen bespreekbaar maken/evalueren en je proces bijstellen
overdraagbaar aan anderen
Slide 10 - Slide
Doel
Iets dat je wilt bereiken.
Een gewenste en duidelijke omschreven situatie die op een vooraf vastgesteld tijdstip bereikt moet zijn.
Slide 11 - Slide
Vul aan: Zonder doel geen.....
Slide 12 - Open question
Nut van een doel
Geeft richting: “Doelen zijn nodig om te bepalen hoe wij moeten handelen, hoe wij moeten besluiten en hoe wij ons ten opzichte van elkaar en de omgeving moeten gedragen.“
Lost problemen op: “Doelen vormen de basis onder plannen. Ze zijn het fundament; geen goed geformuleerd doel is geen goed plan. Doelen worden gebruikt om de richting en het resultaat van tevoren vast te leggen.
Slide 13 - Slide
Wat bedoelen we met smart doel?
Slide 14 - Open question
0
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
persoonlijke smart doelen
Slide 30 - Mind map
Pak jouw doel er nog even bij
Hoe smart heb jij deze geformuleerd.
Wie, wat, waar, wanneer, hoe, met wie, waarom, waarmee
Pas hem eventueel nog even aan.
3 minuten.
Slide 31 - Slide
Wat wist je nog niet (goed) en weet je nu wel? Hoe komt het dat je het nu wel weet?