Lezen §3 - Tekstdoelen: activeren

Mens en dier: Lezen §3
Tekstdoelen: activeren

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mens en dier: Lezen §3
Tekstdoelen: activeren

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan tekstdoelen herkennen.
  • Ik herken het verschil tussen activerende, amuserende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.

Slide 2 - Slide

Maken
  1. Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 114 t/m 117 in je lesboek.
  2. Kijk dan met de volgende dia's deze opdrachten na.

Slide 3 - Slide

Nakijken opdracht 1
1. 
d advertentie
e flyer
h oproep voor een actie op sociale media
i reclamespotje

2. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: een oproep voor een actie op sociale media, want daar kom ik onderwerpen tegen die mij aanspreken.

Slide 4 - Slide

Nakijken opdracht 2
1. Eigen antwoord.
2. activeren en informeren
3. 2
4. Consumeer minder, gebruik lokale producten en hergebruik oude spullen.
5. Als je veel nieuwe spullen koopt en die van ver laat komen, wordt er vaak een boot gebruikt om die spullen te vervoeren.
6. alinea 3

Slide 5 - Slide

Nakijken opdracht 3
1. Met deze woorden probeert de schrijver ervoor te zorgen dat de lezer iets gaat doen. Het doel van tekst 2 is dus: activeren.
2. A iets wil doen voor Bont voor Dieren en naar de site is gegaan om een keuze te maken.
3. Je moet op die knop klikken als je de naam van een winkel wilt doorgeven waar bont verkocht wordt.
4. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: geld ophalen door iets bijzonders te gaan doen en jezelf te laten sponsoren.
5. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: ja, want ik vind het een belangrijk doel.

Slide 6 - Slide

Nakijken opdracht 4
onderbelichte
waar te weinig aandacht voor is
grootse
indrukwekkende
jaargetijde
seizoen
waarneming
dat wat je ziet
voorkennis
wat je al weet over een bepaald onderwerp
op de lange termijn
na een hele tijd

Slide 7 - Slide

Nakijken opdracht 5
1. Hij wil dat je meedoet met de Bodemdierendagen.
2. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Nee, want ik krijg de kriebels van bodemdieren.
3. In alinea 2 en 3.
4. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik heb veel voorkennis, want ik vind biologie een leuk vak.

Slide 8 - Slide

Maken opdracht 6
Maak opdracht 6 op bladzijde 117. 
Als je buurman of buurvrouw nog niet klaar is met de vorige opdrachten, vraag je tips en tops aan mij bij vraag 5. Steek je vinger maar op!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video