H 4.3 Tekstdoel

Welkom klas 2C
Eerst even de administratie:
- werkstuk inleveren / verbeteren: uiterlijk morgen

Mapje BUR moet op school zijn ivm tussenweek

-Mapje beroepen: werkblad, beoordeling, A3


1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 2C
Eerst even de administratie:
- werkstuk inleveren / verbeteren: uiterlijk morgen

Mapje BUR moet op school zijn ivm tussenweek

-Mapje beroepen: werkblad, beoordeling, A3


Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- vragen over beroepenvlog? 15-5 inleveren.
- werkstuk af en ingeleverd?
- H 4.3 Lezen

Na de tussenweek: ontwikkelgesprekken en start periode 3
Beroepenvlog en leestoets

Slide 2 - Slide

Wat is een tekstdoel
A
een bepaald soort tekst
B
Wat de schrijver met de tekst wil bereiken

Slide 3 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een spandoek?
A
overtuigen
B
activeren
C
amuseren
D
informeren

Slide 4 - Quiz


Een leesboek heeft als tekstdoel...
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 5 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
verkennen
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 8 - Quiz


Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een handleiding?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel
Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft: 
het tekstdoel.
Alle teksten met hetzelfde tekstdoel, horen bij dezelfde tekstsoort.
Soms heeft een schrijver méér doelen met zijn tekst. 
Dan is altijd één doel het belangrijkst.
















Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Aan het werk
H4.3 - opdracht 1, 2, 3ACD,
4, 5, 6, 8 t/m 16 - Nakijken - Laten controleren.

Voorbereiding op O / V / G - opdracht Nederlands

Slide 13 - Slide

Welkom klas 2C
spullen klaarleggen
(werkboek B, schrift, etui)


Slide 14 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- werkstuk afronden: groepje
- Bespreken en nakijken huiswerk
- Bespreken PPP tekstdoelen
- voorlezen Gaten

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
In deze les herhaal je:
• de tekstdoelen herkennen;
• de kernzin van een alinea aanwijzen.
• de functie van beeld en opmaak in een tekst (lay out)
• wat het leespubliek van een tekst is.

Slide 16 - Slide

Stel, je krijgt een uitnodiging voor een verjaardagsfeest. Wat is het tekstdoel van de uitnodiging?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 17 - Quiz

Bij welke teksten is informeren het belangrijkste tekstdoel?
(2 antwoorden goed)
A
Een formulier om je op te geven voor een sportwedstrijd.
B
Een leestekst over WOII in een schoolboek.
C
Spelregels bij een nieuwe game.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is het tekstdoel van de vorige dia?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 20 - Quiz

De eerste zin van de alinea is altijd de kernzin.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link

Huiswerk 17-4
H4.3 - opdracht 1, 2, 3ACD,
4, 5, 6, 8 t/m 16 - Nakijken - Laten controleren.

Voorbereiding op O / V / G - opdracht Nederlands

Slide 23 - Slide

Huiswerk nakijken
Hoe kijk je na?
  1. Werk geconcentreerd en in stilte.
  2. Vergelijk je eigen antwoord met het nakijkboekje.
  3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur en verbeteren.
  4. Snap je het niet? Vragen!
  5. Laten controleren.
  6. Klaar? Woordzoeker.

Slide 24 - Slide

Opdracht - PPP - deel 1
Bekijk het schema van de leertekst en zoek bij iedere tekstsoort een eigen voorbeeld.
Informatieve tekst
Tekst met een mening (betoog)
Activerende tekst
Amuserende tekst
Leg uit waarom jouw voorbeelden bij de tekstsoort horen.

Slide 25 - Slide

Opdracht - PPP - deel 2
Zoek drie logo’s van bedrijven of organisaties. 

• Bespreek de drie logo’s met de klas. Vind je het een:
goed gekozen / duidelijk  / mooi / etc. logo? Waarom?

Slide 26 - Slide

Waar gaat de toets over?
  • meningen en argumenten herkennen;

• signaalwoorden: reden, conclusie, tijdsvolgorde, opsomming, tegenstelling en voorbeeld

• wat een betoog is;
  • Tekstdoelen: overtuigen, amuseren, activeren en informeren

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link