3Kader, vrijdag 8 april

Wiederholung
Modale werkwoorden
dürfen, können, müssen, wollen, wissen, mögen

dürfen = mogen
mögen = lusten of aardig vinden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wiederholung
Modale werkwoorden
dürfen, können, müssen, wollen, wissen, mögen

dürfen = mogen
mögen = lusten of aardig vinden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Saskia....(dürfen)
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft

Slide 4 - Quiz

Wir....(dürfen)
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dürfen?
A
durven
B
iemand mogen/ aardig vinden
C
mogen (toetstemming)
D
duiken

Slide 6 - Quiz

er....(dürfen)
A
darf
B
darfst
C
dürft
D
dürfen

Slide 7 - Quiz

Wat betekent: "dürfen"?
A
durven
B
mogen (toestemming)
C
weten
D
kunnen

Slide 8 - Quiz

Dürfen wir hier rauchen?
vertaal: dürfen
A
durven
B
moeten
C
mogen
D
kunnen

Slide 9 - Quiz

mögen: ihr.......
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
magst

Slide 10 - Quiz

mögen: er .....
A
mögt
B
mag
C
mögst
D
magt

Slide 11 - Quiz

Wat betekent "mögen"
A
durven
B
mogen
C
houden van
D
lekker vinden

Slide 12 - Quiz

Wir mögen
A
wij lusten
B
wij houden van
C
wij kunnen
D
wij zouden graag willen

Slide 13 - Quiz

können - du ....
A
kannst
B
könnt
C
könnst
D
kennst

Slide 14 - Quiz

Können
Ihr = ?
A
können
B
kannt
C
könnt
D
konnten

Slide 15 - Quiz

wollen
Ik wil...
A
Ich will...
B
Ich willst...
C
Ich wollen...
D
Ich wolle...

Slide 16 - Quiz

du .... (wollen)
A
wollt
B
wollen
C
will
D
willst

Slide 17 - Quiz

F Sprechen

Slide 18 - Slide