Bouw aan Biodiversiteit: Het ASE-model in jouw leefomgeving

Bouw aan Biodiversiteit: Het ASE-model in jouw leefomgeving
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bouw aan Biodiversiteit: Het ASE-model in jouw leefomgeving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe het ASE-model kan worden toegepast om bij te dragen aan de biodiversiteit in jouw leefomgeving.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het bevorderen van biodiversiteit in jouw omgeving?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is biodiversiteit?
Biodiversiteit verwijst naar de variatie van planten, dieren en ecosystemen in een bepaald gebied.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

ASE-model
Het ASE-model staat voor 'Aanpassen, Samenwerken, en Educatie'. Het is een praktische benadering om de biodiversiteit te verbeteren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aanpassen
Dit betekent het aanpassen van je eigen leefstijl om de biodiversiteit te bevorderen, bijvoorbeeld door het verminderen van afval of het gebruik van natuurlijke producten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Samenwerken
Dit houdt in dat je samenwerkt met anderen, zoals buurtbewoners of lokale organisaties, om gezamenlijke biodiversiteitsprojecten op te zetten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Educatie
Dit omvat het delen van kennis over biodiversiteit en het stimuleren van anderen om zich ook in te zetten voor een biodiverse omgeving.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Praktische toepassing
Nu gaan we kijken hoe we het ASE-model kunnen toepassen in onze eigen leefomgeving om de biodiversiteit te verbeteren.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Actieplan
Ontwikkel een actieplan waarin je beschrijft hoe je het ASE-model wilt toepassen in jouw omgeving om de biodiversiteit te bevorderen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.