This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Skills 1.2.1
Vitale functies
Ademhaling,
Temperatuur
Hartslag
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Je meet de temperatuur, hartfrequentie en ademhalingsfrequentie
2. Je kan vertellen uit welke twee onderdelen de normale lichaamstemperatuur bestaat
3. Je kan vertellen welke factoren invloed hebben op de lichaamstemperatuur
Slide 2 - Slide
Lesstof/Edition
Boek Persoonlijke basiszorg
Module 8
Slide 3 - Slide
Vitale functies
De vitale functies zijn de functies in het menselijk lichaam die van levensbelang zijn. Een verstoring in het bewustzijn, de bloedsomloop, de ademhaling of de lichaamstemperatuur kan (zonder ingrijpen) vroeg of laat leiden tot de dood.
Deze week leer je over de ademhaling, hartslag en lichaamstemperatuur.
Observatie: Bij het bewaken van de vitale functies is het belangrijk dat deze zorgvuldig geobserveerd worden.
Vergelijken:
Daarnaast is het belangrijk om exacte waarden te meten, te registreren en te vergelijken met voorgaande metingen en de normaalwaarden. Het is van groot belang dat zorgverleners een probleem met de vitale functies signaleren.
Afwijkingen: Bij afwijkende waarden of twijfel raadpleegt de zorgverlener een arts.
Slide 4 - Slide
Wat houden de vitale functies ook alweer in?
Slide 5 - Open question
Vitale functies
In het menselijk lichaam bevinden zich organen die elk een eigen, belangrijke functie hebben. Een aantal van deze functies is van direct levensbelang. Deze functies noemt men de vitale functies.
De vitale functies bestaan uit:
Ademhaling
Circulatie (bloedsomloop)
Bewustzijn
Slide 6 - Slide
Ademhaling
Zoek in tweetallen het volgende uit:
Wat houdt het onderwerp in?
Wat zijn de normaalwaarden?
Wat zijn de afwijkende waarden?
Gebruik hierbij de informatie uit je boek
timer
5:00
Slide 7 - Slide
Welke informatie heb je gevonden?
Slide 8 - Open question
Ademhaling
Observeren:
Frequentie -> normale ademhalingsfrequentie volwassenen 14-18 maal per minuut
Diepte en gelijkmatigheid -> zegt iets over de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd
Ritme -> heeft betrekking op de pauzes tussen de ademhalingen
Geluid -> normaal is de ademhaling vrijwel niet te horen m.u.v. snurken
Slide 9 - Slide
Ademhaling
Verwerkingsopdracht:
Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - module 8 Vitale functies - H3 Ademhalingsstelsel de verwerkingsopdrachten. Opdracht 3-4a-5a-5b-5c-5d
Extra 4b
Slide 10 - Slide
Temperatuur
Zoek in tweetallen het volgende uit:
Wat houdt het onderwerp in?
Wat zijn de normaalwaarden?
Wat zijn de afwijkende waarden?
Gebruik hierbij de informatie uit je boek
timer
5:00
Slide 11 - Slide
Welke informatie heb je gevonden?
Slide 12 - Open question
Temperatuur
De lichaamstemperatuur wordt geregeld vanuit de twee temperatuurcentra. Deze bevinden zich in de tussenhersenen en in de hersenstam. De lichaamstemperatuur bestaat uit:
warmteproductie -> door verbranding van voedingsstoffen in de cellen
warmteafgifte -> via huid, uitademingslucht, uitscheiding urine/ontlasting
Bij gezonde mensen zijn de warmteproductie en de warmteafgifte op elkaar afgestemd en blijft de lichaamstemperatuur binnen bepaalde grenzen.
Waarden:
Lager dan 36,5 °C: ondertemperatuur
36,5 °C -37,5 °C: normale temperatuur
37,5 °C -38,0 °C: verhoging
Hoger dan 38,0 °C: koorts
Slide 13 - Slide
Temperatuur
De lichaamstemperatuur kun je meten op verschillende plaatsen:
Rectaal -> elektronisch
axillair -> elektronisch
oraal -> elektronisch
femoraal -> elektronisch
intra-auraal of tympanisch -> infrarode digitale thermometer
via het voorhoofd/slaap -> infrarode digitale thermometer
Slide 14 - Slide
Temperatuur
Verwerkingsopdracht:
Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - Module 8 vitale functies - H2 Observatie van de lichaamstemperatuur.
Opdracht 1-4
Slide 15 - Slide
Pols (hartslag)
Zoek in tweetallen het volgende uit:
Wat houdt het onderwerp in?
Wat zijn de normaalwaarden?
Wat zijn de afwijkende waarden?
Gebruik hierbij de informatie uit je boek
timer
5:00
Slide 16 - Slide
Welke informatie heb je gevonden?
Slide 17 - Open question
Hartslag
Het observeren van de hartslag is een regelmatig terugkerende taak van jou als verpleegkundige. De hartslag geeft, samen met andere lichamelijke observatiegegevens, een indruk van de algemene lichamelijke toestand van een zorgvrager.
De observatie van de hartslag kan routinematig gebeuren. Afhankelijk van de lichamelijke toestand van de zorgvrager controleer je de hartslag tweemaal of meerdere keren per dag.
Observatieplaatsen
Als het hart zich samenknijpt, wordt ineens zeventig tot honderd milliliter bloed in de slagaders gepompt. Deze slagaders zijn elastisch en zetten uit op het moment dat het bloed binnenkomt.
Zodra de druk dit toelaat, nemen de slagaders weer hun oorspronkelijke vorm aan. De bewegingen van de slagaders zijn te voelen aan bijvoorbeeld de pols en de hals. Dat zijn plekken waar de slagaders aan de oppervlakte van het lichaam lopen, over een harde onderlaag (bot).
De polsslagader (arteria radialis) is bekendste slagader die te voelen is. Daarom wordt het tellen van de hartslag vaak het 'tellen van de pols' genoemd, zelfs als dat in de hals gebeurt.
Slide 18 - Slide
Hartslag
Observatiepunten
Let bij het controleren van de hartslag op de volgende observatiepunten:
frequentie;
ritme;
gelijkmatigheid;
spanning en volume.
Slide 19 - Slide
Hartslag
Zoek in tweetallen het volgende uit:
Wat betekend 'de frequentie' van een hartslag?
Wat zijn de normaalwaarden?
Wat zijn de afwijkende waarden?
Gebruik hierbij de informatie uit je boek 1.3.2
timer
5:00
Slide 20 - Slide
Hartslag
Hoe moet je de hartslag controleren?
Lees hoofdstuk 1.3.3
timer
3:00
Slide 21 - Slide
Hartslag
Verwerkingsopdracht:
Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - Module 8 vitale functies - H 1.3 Hartslag