Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) + staart (hydrofoob)
hydrofiel = houdt van water
hydrofoob = houdt niet van water
Werking zeep
Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) + staart (hydrofoob)
hydrofiel = waterminnend
hydrofoob = houdt niet van water
Slide 3 - Slide
Werking zeep
Soort zoekt soort!
Hydrofobe staart bij het
hydrofobe vet
Hydrofiele kop bij het
hydrofiele water
Micel
Slide 4 - Slide
Is het materiaal van deze regenjas gemaakt van een hydrofiel materiaal of van een hydrofoob materiaal
A
Hydrofiel materiaal
B
hydrofoob materiaal
Slide 5 - Quiz
Welke stoffen zijn hydrofoob
A
olie
B
vet
C
water
D
alcohol
Slide 6 - Quiz
Hoe heet een vetbolletje dat omringt is door zeepmoleculen zodat het geheel oplosbaar wordt?
A
gal
B
hydrofoob
C
micel
D
crème
Slide 7 - Quiz
De hardheid van water druk je uit in Duitse Hardheidsgraden (DH)
Hard water
water met hoge concentratie opgeloste mineralen (vaak Ca of Mg zouten).
geeft kalkaanslag op verwarmingselementen
Slide 8 - Slide
Zuurgraad
Denk eens aan een zuur matje, of aan de smaak van citroen. Als je hier aan denkt, vertrekt je mond bijna van de smaak.
Zuur kun je je heel goed voorstellen.
Slide 9 - Slide
Basisch
Een basische smaak is moeilijk voor te stellen.
Broccoli is een groente met een basische smaak.
Maar een simpeler voorbeeld is vaak zeep.
Slide 10 - Slide
pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.
zuur neutraal basisch
Slide 11 - Slide
pH waarden lichaam
Slide 12 - Slide
pH meten:
Met pH papier
Of indicator
Slide 13 - Slide
risico's schoonmaakmiddelen
GHS symbolen
(Globally Harmonised System)
H-zinnen (hazard)
- Gezondheidsgevaren
P-zinnen (precaution)
- Voorzorgsmaatregelen
Slide 14 - Slide
practicum 4: pH schoonmaakmiddelen
onderzoeksvraag:
Wat is de pH van een schoonmaakmiddel?
Wat is het effect van pH op calciumcarbonaat (krijt)?
:
uitvoering (boek blz 113):
Breng met roerstaaf een druppel van elk middel op klein strookje pH-papier. Vergelijk de ontstane kleur met de kleurschaal en lees de pH af. Noteer meteen de waarde in kolom 2
Voeg 1-2 druppels indicator toe. Noteer van elk middel de kleur en de pH in de derde kolom.
3. Voeg een spatelpunt calciumcarbonaat toe aan een reageerbuis en noteer je waarneming in kolom 4
4 Noteer van iedere stof of het zuur, base of neutraal is gebaseerd op je waarnemingen.
zelfstandig in stilte bestuderen paragraaf 5.2 en maken opgaven (is ook huiswerk)
Slide 17 - Slide
Dimethylhydrazine, , is een brandstof voor raketten. Deze stof reageert explosief met de vloeistof, . Na samenvoegen van beide stoffen ontstaan drie reactieproducten: stikstof, water en koolstofdioxide. (Oefentoets opgave 18, boek blz 81).
Geef de reactievergelijking van deze reactie.
N2C2H8(l)
N2O4
Slide 18 - Slide
leerdoelen
hydrofiel en hydrofoob (5.1)
micel (5.1)
zuur en base (pH) (5.2)
indicator (5.2)
oefenen herkansing: aanpak opgave rv
huiswerk: bestudeer 5.2 en maak opgaven
Slide 19 - Slide
GHS -
symbolen
Slide 20 - Slide
de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing
Slide 21 - Quiz
Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw. Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14
Slide 22 - Quiz
Gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep (base). De pH van gootsteenontstopper is