Faalangst

• Communicatie
• HBO
• Studiejaar 1

Faalangst

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan de cursist:

• beschrijven wat faalangst inhoudt;
• kan de verschillende soorten faalangst herkennen;
• kan als docent in onderwijssituaties, op minimaal 2 manieren, de studenten ondersteunen bij faalangst.

Introductie faalangst

Maak tweetallen

Bespreek in 5 minuten een situatie waarin jezelf (of een student) faalangst hebt ervaren

Wat is faalangst?

'Faalangst is de angst om niet goed te presteren' 

(bron: handboek voor leraren)

Soorten faalangst: 

Actieve faalangst: heel hard werken om niet onder te presteren

Passieve faalangst: geven de moed snel op

Opdracht

In de volgende dia laten wij jullie een filmpje zien van Dream School, hierin worden schoolverlaters (16-23 jaar) gestimuleerd om aan hun persoonlijke ontwikkeling te werken (met behulp van BN'ers). 

Pak een pen en papier en schrijf zoveel 

mogelijk punten op, die jij associeert met faalangst

Nabespreken

Maak groepjes van drie.

Vertel elkaar de punten die je hebt opgeschreven.

Schrijf 5 punten op die jullie het meest opvielen van het filmpje.

Klassikaal nabespreken

(wat valt onder cognitieve/sociale/motorische faalangst?)

Wat kan je als docent doen bij faalangst?

Wat kan je doen als docent bij faalangst?

• Geef mondelinge beurten gedoseerd
• Zorg dat je teksten op het bord duidelijk zijn
• Bied ontspanningsoefeningen aan (bijv. ademhalingsoefeningen)
• Fouten maken mag
• Complimenteer de student voor niet-faalangstig gedrag 
• Zorg voor succeservaringen
• Geef duidelijk aan wanneer het voldoende is
• Laat de student haalbare doelen stellen
• Grote opdracht in kleinere stukken aanbieden

Nabespreken

• Beschrijf faalangst
• Noem de 5 soorten faalangsten
• Benoem de ondersteuning die je zou kunnen toepassen in jouw eigen les

Evalueren 

Wat is het belangrijkste wat je vandaag hebt geleerd?

Van welke opdracht heb je het meest geleerd?