Das Partizip_schwache Verben + haben sein werden

Het voltooid deelwoord
Kijk naar de film

1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het voltooid deelwoord
Kijk naar de film

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat moet je doen:
voorbeeld: wohnen
Zoek de er/sie/es- vorm van het werkwoord            wohnt
Zet daar "ge" voor            gewohnt   

Slide 3 - Slide

Probeer het maar:
Wat is het voltooid deelwoord van "spielen"?

Slide 4 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "suchen"?

Slide 5 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "hören"?

Slide 6 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "arbeiten"?

Slide 7 - Open question

Nu de hele voltooide tijd!
Vertaal: ik heb gewoond
A
ich bin gewohnt
B
ich bin gewohnet
C
ich habe gewohnet
D
ich habe gewohnt

Slide 8 - Quiz

Wij hebben gespeeld
A
Wir haben gespielt
B
Wir sind gespielt
C
Wir haben gespield
D
Wir sind gespield

Slide 9 - Quiz

Sara heeft gekust (küssen)
A
Sara hat geküssst
B
Sara hat geküsst

Slide 10 - Quiz

Jullie hebben gekocht
A
Er hat gekauft
B
Er habt gekauft
C
Ihr habt gekauft
D
Ihr hat gekauft

Slide 11 - Quiz

Uitzonderingen: 
Werkwoorden die eindigen op -ieren krijgen geen "ge" bij het voltooid deelwoord!
B.v.: operieren         operiert
Dus: Der Arzt hat meine Hand operiert

Slide 12 - Slide

Nog een uitzondering: 
Werkwoorden die beginnen met "be-" en "ver-" krijgen ook geen "ge" bij het voltooid deelwoord. 
B.v.: Ich habe meine Oma besucht

Slide 13 - Slide

Vertaal 'hij heeft gebeld'
(telefonieren)

Slide 14 - Open question

Vertaal 'zij heeft mijn moeder verzorgd' (versorgen)

Slide 15 - Open question

Vertaal 'wij hebben gereserveerd'
(reservieren)

Slide 16 - Open question

Vertaal 'u heeft bezocht '
(besuchen)

Slide 17 - Open question

Das Partizip von haben, sein, werden
Als je in een zin een voltooid deelwoord gebruikt, dan geef je aan dat iets al gebeurd is. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. De werkwoorden haben, sein en werden zijn onregelmatige werkwoorden. 

haben: Er hat wirklich Glück gehabt! -  Hij heeft echt geluk gehad.
sein: Daniel ist in Spanien gewesen. -  Daniel is in Spanje geweest.
werden: Mirna ist krank geworden. -  Mirna is ziek geworden.

Het voltooid deelwoord van haben = gehabt
Het voltooid deelwoord van sein = gewesen
Het voltooid deelwoord van werden = geworden


Slide 18 - Slide

Vertaal 'hij is geweest '

Slide 19 - Open question

Vertaal 'het is geworden '

Slide 20 - Open question

Vertaal 'jullie hebben gehad '

Slide 21 - Open question

Welke vraag heb je nog of
wat is nog niet duidelijk?

Slide 22 - Open question