Nectar Hfst 9.3-2 GL

1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Leg uit wat het verschil is tussen actieve en passieve immunisatie.

Slide 3 - Open question

Je bent op safari en wordt gebeten door een giftige slang. Gelukkig heeft de gids een serum bij zich die hij direct in je arm spuit. Hierdoor overleef je het.
Wat voor soort immunisatie is dit?
A
Actief, natuurlijk
B
Actief, kunstmatig
C
Passief, natuurlijk
D
Passief, kunstmatig

Slide 4 - Quiz

Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Witte bloedcellen maken antistoffen
Witte bloedcellen sluiten bacteriën in
Je krijgt een inenting met dode of verzwakte ziekteverwekkers 

Slide 5 - Drag question

Sleep de wijze van antistoffen krijgen naar de juiste vormen van immuun worden
Actieve kunstmatige immunisatie
actieve natuurlijke immunisatie
passieve kunstmatige immunisatie
passieve natuurlijke immunisatie
antistoffen binnen krijgen via borstvoeding
antistoffen krijgen via een serum
antistoffen maken na een HPV vaccinatie
antistoffen maken door dat je het griepvirus binnen krijgt.

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Virussen kunnen worden gedood met antibiotica
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wanneer een bacterie resistent is betekent dit dat de bacterie tegen antibiotica kan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Antibiotica maakt je immuun
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Als je te vaak antibiotica gebruikt, kunnen bacteriën er ongevoelig voor worden. Wat is het begrip voor deze ongevoeligheid?
Een bacterie is dan ...... tegen een bepaald soort antibiotica.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Bij een allergische reactie geven de witte bloedcellen een speciale stof af die klachten veroorzaakt zoals jeuk en benauwdheid. Hoe heet deze stof?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide


Leg uit in eigen woorden wat een auto-immuunziekte is.

Slide 38 - Open question


Waarom kun je een auto-immuunziekte niet bestrijden met antistoffen?
A
Er is geen ziekteverwekker en dus geen antigenen waaraan antistoffen kunnen binden.
B
Antistoffen worden gelijk kapotgemaakt.
C
Hierdoor wordt je juist zieker want je lichaam valt dan nog harder aan.
D
Een auto-immuunziekte kun je wel bestrijden met antistoffen. Je moet ze alleen ingespoten krijgen want je maakt ze zelf niet.

Slide 39 - Quiz

De examenvraag van vandaag
Na inenting met een mazelenvaccin ontstaat immuniteit.
Naar aanleiding van deze inenting
worden twee uitspraken gedaan.
A. Het vaccin bevat dode of verzwakte ziekteverwekkers.
B. Deze inenting heeft actieve immuniteit tot gevolg.

A
Alleen A is juist
B
Alleen B is juist
C
Zowel A als B zijn juist
D
Zowel A en B zijn onjuist

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide